16) Om brandgevaar zoveel mogelijk te beperken dienen
de motor, de geluiddemper van de uitlaat, de accubak en
de benzinetank vrij gehouden te worden van gras, bladeren
of teveel vet. Leeg de opvangzak en laat geen containers
met gemaaid gras in gesloten ruimtes achter.
17) Om het risico op brand te verminderen, dient men regel-
matig na te gaan of er geen olie- en/of brandstoflekken zijn.
18) Als u de tank moet ledigen, dient u dit in de open lucht
te doen en wanneer de motor koud is.
E) TRANSPORT EN VERPLAATSING
1) Telkens wanneer de machine verplaatst, geheven, ver-
voerd of overgeheld moet worden, is het noodzakelijk:
– S tevige werkhandschoenen te dragen;
– D e machine vast te nemen op punten waar u een stevige
grip hebt, rekening houdend met het gewicht en de sprei-
ding van het gewicht;
– E en beroep te doen op een toereikend aantal personen
die het gewicht van de machine kunnen heffen, volgens
de kenmerken van het transportmiddel of de plaats waar
de machine opgenomen of opgesteld moet worden.
– V erzeker u ervan dat de verplaatsing van de machine
geen benzinelekken of beschadigingen of letsels ver-
oorzaakt.
2) Bevestig de machine tijdens het vervoer goed met tou-
wen of kettingen.
G) MILIEUBESCHERMING
1) De milieubescherming moet een belangrijk en prioritair
aspect vormen voor het gebruik van de machine, ten gun-
ste van de civiele samenleving en de omgeving waarin we
leven. Wees geen storend element voor uw buren.
2) Volg nauwgezet de plaatselijke normen voor het verwer-
ken van de verpakking, olie, benzine, filters, versleten de-
len of eender welk element met een sterke invloed op de
omgeving; dit afval mag niet met de huisafval weggewor-
pen worden, maar moet gescheiden worden en aan speci-
ale verzamelcentra toevertrouwd worden, die de recyclage
van de materialen zullen verzorgen.
3) Volg nauwkeurig de lokale normen op voor de afdanking
van het snijafval.
4) Bij het buiten bedrijf stellen van de machine, mag deze
nooit in het milieu achtergelaten worden maar moet ze naar
een opvangcentrum gebracht worden, volgens de gelden-
de plaatselijke normen.
LEER DE MACHINE KENNEN
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
EN GEBRUIKSGEBIED
Deze machine is een tuingereedschap en met name een
grasmaaier met lopende bestuurder.
De machine bestaat hoofdzakelijk uit een motor, die een
snij-inrichting aanschakelt die beschermd is door een car-
ter, voorzien van wielen en een handgreep.
De bediener kan de machine besturen en de belangrijkste
commando's bedienen terwijl hij steeds achter de hand-
greep blijft, en dus op veilige afstand van de draaiende
snij-inrichting. Indien de bediener zich van de machine
verwijdert, vallen de motor en de snij-inrichting na enkele
seconden stil.
Voorzien gebruik
Deze machine is ontworpen en gebouwd om gras te maai-
en (en op te vangen) in tuinen en zones met gras, met een
grootte in verhouding met de maaicapaciteit, in aanwezig-
heid van een lopende bediener.
De aanwezigheid van toebehoren of specifieke inrichtingen
kan vermijden dat het gemaaide gras verzameld moet wor-
den ofwel voor een "mulching" effect zorgen, waarbij het
gemaaide gras op het terrein wordt achtergelaten.
Type gebruiker
Deze machine is bestemd voor gebruik door consumenten,
d.w.z. door niet professionele bedieners. Deze machine is
bestemd voor een amateuriëel gebruik.
Onjuist gebruik
Eender welk ander gebruik, dat afwijkt van wat hierboven
beschreven is, kan gevaarlijk zijn en schade berokkenen
aan personen en/of zaken. De volgende situaties behoren
tot het onjuist gebruik (bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend):
– v ervoer van personen, kinderen of dieren op de machine;
– z ich door de machine laten vervoeren;
– g ebruik van de machine voor het aanslepen of aandu-
wen van een last;
– g ebruik van de machine voor het verzamelen van bla-
deren of afval;
– g ebruik van de machine voor het knippen van heggen of
voor het maaien van andere vegetatie dan gras;
– g ebruik van de machine door meer dan één persoon te-
gelijk;
– d e snij-inrichting aanschakelen op zones zonder gras.
IDENTIFICATIELABEL
EN ONDERDELEN VAN DE MACHINE
(zie afbeeldingen op pag. ii)
1. Geluidsniveau
2. CE-overeenstemmingskenteken
3. Bouwjaar
4. Type grasmaaier
5. Serienummer
6. Naam en adres van de fabrikant
7. Artikelcode
8. N ominaal vermogen en maximale snelheid voor de
werking van de motor
9. Gewicht in kg
11. Chassis
12. Motor
13. Snij-inrichting
14. Achterste aflaatbeveiliging
14a. Z ijdelingse aflaatdeflector (indien
voorzien)
14b. Z ijdelingse aflaatbeveiliging (indien
voorzien)
15. Opvangzak
16. Steel
17. Versnelling
18. H endel rem motor / snij-inrichting
19. Bedieningshendel aandrijving
Onmiddellijk na de aankoop van de machine, worden de
identificatienummers (3 – 4 – 5) in de hiertoe bestemde
ruimten op de laatste pagina van de handleiding genoteerd.
NL - 3