2.
Raak de meetpunten met de toppen van de sonde.
3.
Als de weergegeven waarde stabiliseert, leest u het display af.
Diodentest / Doorgangstest
Het apparaat onderscheidt automatisch tussen Doorgangstest en diode testen.
1.
Zet de draaiknop op de positie
2.
Raak de meetpunten met de toppen van de sonde.
Diodentest:
3.
De doorlaatspanning geeft 400 tot 700 mV aan. De blokkeerspanning geeft
"OL" aan. Defecte dioden geven in beide richtingen een waarde van 0 mV
of "OL" aan.
Doorgangstest:
3.
Als er een weerstand is < 30 Ω, hoort u een pieptoon. Wanneer het circuit
open is, toont het display "OL".
Batterijtest
1.
Zet de draaiknop op de positie
2.
Raak de meetpunten met de toppen van de sonde.
3.
Als de weergegeven waarde stabiliseert, leest u het display af. Het apparaat
toont de spanning van de geteste batterij onder belasting.
71
Nederlands