Télécharger Imprimer la page

WMF CP853D Notice D'utilisation page 114

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 31
6.1| METEN VAN DE WATERHARDHEID
Stel uw apparaat in op basis van de hardheid
van het door u gebruikte water, van 0 tot 4. Ga
hiervoor als volgt te werk:
1| Controleer voordat u het apparaat voor de
eerste keer gebruikt de hardheid van het
door u gebruikte water, zodat u het apparaat
overeenkomstig kunt instellen. Doe dit ook
De details van de classificaties zijn opgenomen in de onderstaande tabel:
MATE VAN HARDHEID
KLASSE 0
KLASSE 1
° dH
< 3°
> 4°
° e
< 3,75°
> 5°
° f
< 5,4°
> 7,2°
Instelling apparaat
0 – zeer zacht
1 – zacht
3| Vul een glas met water en steek hier een
staafje in (afbeelding B1 – B2).
4| Haal het staafje uit het glas. Lees na 1
minuut het niveau van de hardheid af
(afbeelding B3 – B4).
5| Geef bij het instellen van het apparaat het
aantal rode zones aan (afbeelding B6).
6.2| PLAATSEN VAN HET FILTER
Als u het apparaat voor de eerste keer inscha-
kelt, wordt u gevraagd om het filter te plaatsen.
Als u dat wilt doen selecteert u JA en volgt u de
instructies op het scherm.
1| Plaats het filter in het apparaat.
2| Schroef het filter UITSLUITEND met behulp
van het meegeleverde gereedschap
in de
17
bodem van het waterreservoir. (afbeelding
A4 – A5).
bij gebruik van het apparaat op een locatie
waar de hardheid van het water afwijkt, of
als u merkt dat er een verschil is in de hard-
heid van het water.
2| Gebruik om de hardheid van het water te
controleren, de teststaafjes
die bij uw
22
apparaat zijn meegeleverd, of neem contact
op met het plaatselijke waterleidingbedrijf.
KLASSE 2
KLASSE 3
KLASSE 4
> 7°
> 14°
> 21°
> 8,75°
> 17,5°
> 26,25°
> 12,6°
> 25,2°
> 37,8°
2 –
3 – hard
4 – zeer hard
gemiddelde
hardheid
3| Stel de maand in waarin het filter werd
geplaatst (positie 1 op de afbeelding, het cij-
fer links in de opening) door de grijze ring aan
de bovenkant van het filter te verdraaien. De
maand waarin het filter moet worden vervan-
gen wordt aangegeven op positie 2 op de vol-
gende afbeelding (cijfer rechts in de opening).
4| Zorg ervoor dat het waterreservoir wordt
gevuld na het plaatsen van het filter.
5| Plaats een container of bak van 0,6 l onder
de het koffie-uitloop (afbeelding A8). Stel
het apparaat altijd in, ongeacht het feit of
al dan niet een filter werd geplaatst. Dat wil
zeggen dat de watercircuits gevuld moeten
worden. Volg hiervoor de instructies op die
op het scherm worden getoond.
220
6| Het apparaat start met het vullen van de
watercircuits, het verwarmen van de circuits
en zal vervolgens een automatische spoeling
uitvoeren. De informatie op het scherm geeft
aan wanneer de installatie is afgerond.
7| BELANGRIJKE INFORMATIE
VOORAFGAAND AAN HET
BEREIDEN VAN DRANKEN
7.1| HET VOORBEREIDEN VAN DE
APPARATUUR
1| Verwijder het waterreservoir
en vul het
16
(afbeelding A3 – A6) .
2| Plaats het waterreservoir
weer terug
16
(afbeelding A7).
3| Verwijder het deksel van het koffiebonenre-
servoir
en vul het met koffiebonen (max.
1
250 g) (afbeelding A12 – A13).
4| Plaats het deksel weer op het koffiebonenre-
servoir
(afbeelding A14).
1
VOORZICHTIG
Vul het waterreservoir
niet met heet
16
water, melk of andere vloeistoffen.
VOORZICHTIG
Vul het koffiebonenreservoir nooit
met gemalen koffie. Het wordt aanbe-
volen om voor dit apparaat geen olie-achtige,
gekaramelliseerde of gearomatiseerde koffiebo-
nen te gebruiken. Dergelijke soorten bonen kun-
nen het apparaat beschadigen. Controleer of de
koffiebonen geen vreemde deeltjes bevatten,
zoals kiezelsteentjes, omdat bij schade door
vreemde deeltjes de garantie komt te vervallen.
Doe geen water in het koffiebonenreservoir.
7.2| VOORBEREIDEN VAN DE MOLEN
Afhankelijk van de gekozen drank en de sterkte
van de geselecteerde koffie, zal uw apparaat
automatisch de hoeveelheid gemalen koffie
aanpassen.
U kunt de sterkte van uw koffie ook instellen
door de fijnheid van de maling van de koffie-
bonen aan te passen . In het algemeen gesteld:
hoe fijner de maling van de koffiebonen, hoe
sterker de koffie zal zijn en hoe dikker de
cremalaag.
Afhankelijk van het soort koffie dat wordt
gebruikt, kan dit ook afwijken. Voor espresso
adviseren wij een fijnere instelling en voor nor-
male koffie een grovere maling.
Pas de fijnheid van de maling aan door de
schuifknop voor de aanpassing van de fijnheid
van de maling
te verplaatsen. Deze treft u
2
aan op de bovenkant van het apparaat (afbeel-
ding A14).
VOORZICHTIG
Bij een nieuw product is de maalstand
een fabrieksinstelling. Deze stand moet
gedurende dertig bereidingen ongewijzigd blij-
ven, zodat de molen zich in zijn optimale confi-
guratie kan zetten. Echter, als de koffie te
langzaam doorloopt, kunt u het schuifje één
stapje in de juiste richting schuiven voor een
grovere maling.
OPMERKING
Deze instelling moet u tijdens het
malen en met niet meer dan één stapje
tegelijk aanpassen. Wij raden u aan om de
instelling telkens met één stapje tegelijk aan te
passen. Pas na drie bereidingen zult u een dui-
delijk smaakverschil merken. Als u de molen met
meerdere stapjes tegelijk richting een fijnere
maling instelt, wordt mogelijk een waarschu-
wingsscherm weergegeven met de melding dat
u de maling grover moet instellen.
221

Publicité

loading