• een opvangbak onder het toestel moet steeds voorzien zijn.
10.11 De installatie moet gebeuren volgens de regels van de kunst en moet
voldoen aan de voorschriften en aan de geldende nationale wetgeving,
de vigerende normen en aan de voorschriften van onze bij het toestel
geleverde technische handleiding, onder meer :
• er moet een correct geplaatste reglementaire veiligheidsgroep aanwezig
zijn.
• een veiligheidsgroep moet conform de geldende nationale normen zijn
en onder meer conform Agences de líeau (Frankrijk), NVW (Nederland),
Belgaqua (België), Chambre et Métiers (Luxemburg) worden gemonteerd
• de elektrische aansluiting van de boiler moet minstens aan de vigerende
reglementeringen van het AREI (België), NEN51110 (Nederland), CSTB
(Frankrijk) en Chambre et Métiers (LU) voldoen.
• de hydraulische aansluiting moet o.a voldoen aan Belgaqua (België),
NVW (Nederland) en l'Agence de l'eau (Frankrijk) en de Europese norm
EN1717.
• bij de installatie van het toestel moet een nieuwe veiligheidsgroep worden
gebruikt.
• de veiligheidsgroep moet steeds zijn verbonden met waterafvoer.
• de aansluiting op de waterleiding moet volgens de regels van de kunst zijn
• de elektrische aansluiting, d.w.z. niet conform de geldende nationale
installatienormen, slechte aarding, kabel met een te kleine sectie, niet
naleven van de voorgeschreven aansluitingsschemaís, enz.
• het toestel mag nooit in werking worden gesteld zonder het eerst met
water te hebben gevuld.
• indien het warmwatertoestel één of meerdere aftappunten voedt, is de
plaatsing van een verliesstroomschakelaar met een gevoeligheid van 30
mA verplicht.
10.12 Het toestel moet regelmatig worden onderhouden door een professioneel
installateur, onder meer:
• kalkaanslag op de verwarmingselementen en veiligheidsonderdelen moet
regelmatig verwijderd worden.
• de veiligheidsgroep moet goed worden onderhouden onder meer om
overdruk te vermijden
• het oorspronkelijke toestel en toebehoren mogen niet worden gewijzigd of
ontmanteld tenzij na goedkeuring van de fabrikant of verkoper
• enkel reserve onderdelen aanbevolen door de fabrikant of verkoper
mogen worden gebruikt.
• het identificatielabelvan het toestel mag niet van het toestel worden
verwijderd.
27