All manuals and user guides at all-guides.com
7. AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
1. Controleer of de netspanning en de frequentie overeenkomt met die aangegeven op het typeplaatje (A) dat zich op het
apparaat bevindt. 2. Controleer of het stopcontact de volgende technische eigenschappen heeft: a) Voorzien van aardleiding.
b) Geschikt voor de nominale netspanning zoals aangegeven op het typeplaatje. c) Voorzien van de beschermingen zoals
voorgeschreven in de IEC normen: - Contactverbreker met In = nominale waarde zoals vermeld op het plaatje met de
technische gegevens. - Aardlekschakelaar met Id gevoeligheid = 30mA. 3. Controleer of er in de ruimte van installatie geen
gevaar voor explosie bestaat (AD). 4. De voedingskabel die op het toestel aangesloten is, is: H05 VVF geschikt voor gebruik
binnenshuis. Voor andere ruimtes dient de kabel met een daarvoor geschikt type vervangen te worden (bijvoorbeeld H07 VVF
voor buitengebruik). 5. Steek de stekker in het stopcontact (gebruik geen driewegstekkers en verloopstekkers). N.B. Indien het
apparaat tijdens het transport of de opslag per ongeluk verkeerd is neergezet, dient u deze minstens 3 uur op de juiste stand te
laten rusten, alvorens deze op het elektriciteitsnet aan te sluiten (zie fig. 5).
8. DE BEDIENING
Het apparaat is uitgerust met regelknoppen die zich aan de voorkant bevinden. Model PRISMA 400 TNV/PF-TBS/PF
1. Lichtschakelaar: Deze dient om de binnenverlichting aan te doen. 2. Schakelaar koelinstallatie: Deze dient om de
koelinstallatie in werking te stellen. 4. Thermometer: Deze geeft de temperatuur binnenin het apparaat aan. Thermostaat:
Deze regelt de temperatuur binnenin het apparaat. A) Wanneer u éénmaal op toets 5 "SET of P" drukt, wordt de ingestelde
temperatuur weergegeven, die gewijzigd kan worden door op toets 6 "UP" of toets 7 "DOWN" te drukken. Model PRISMA
400 TNV/PG: 1. Schakelaar rotatie: Deze schakelt de draaiplateaus in werking. 2. Lichtschakelaar: Deze dient om de
binnenverlichting aan te doen.3. Schakelaar koelinstallatie: Deze dient om de koelinstallatie in werking te stellen (zie fig. 6)
9. CONTROLE VAN DE GOEDE WERKING
CONTROLEER DAT: 1. De stekker in het stopcontact zit. 2. De schakelaar van de koelinstallatie is ingeschakeld ( groene
lampje brandt). 3. De thermometer een temperatuur aangeeft die geschikt is voor de waren. 4. Er geen zonnestralen of felle
lampen direct op het apparaat gericht staan. 5. De omgevingstemperatuur niet hoger is dan +25ºC - R.V. 60%, waarvoor het
apparaat geschikt is (Klimaatklasse 3). N.B. De etenswaren dienen op de juiste wijze verdeeld te worden, zonder de schappen
te zwaar te belasten. Hierbij moet voldoende ruimte worden gelaten voor een goede interne circulatie van de koude lucht.
10. HET REINIGEN VAN DE KOELINSTALLATIE
1. Schakel de elektriciteit uit door op de schakelaar ter bescherming van het stopcontact te drukken en vervolgens de stekker
uit het stopcontact te halen. 2. Neem het rooster aan de voorkant weg, na de schroeven te hebben verwijderd. 3. Verwijder met
een kwastje het stoflaagje op de koelribben van de koelinstallatie. 4. Zuig het overige stof met een stofzuiger weg. 5. Plaats
het rooster terug en schakel de elektriciteit weer in (zie fig. 7).
11. HET INTERN REINIGEN
1. Schakel de elektriciteit uit zoals beschreven in hoofdstuk 10. 2. Open de deur en haal de opgeslagen producten uit het
apparaat. 3. De wanden en de toebehoren met een in water met natriumbicarbonaat vochtig gemaakte spons schoonmaken en
vervolgens zorgvuldig afdrogen.
12. HET REINIGEN VAN DE VERDAMPER
1. Schakel de elektriciteit uit zoals beschreven in hoofdstuk 10. 2. Haal de opgeslagen producten uit het apparaat en plaats ze
in een goed gekoelde ruimte. 3. De deur open laten, het apparaat volledig laten ontdooien. 4. Verwijder de stop uit de bodem
binnenin het apparaat. 5. Gebruik geen scherpe metalen voorwerpen of voorwerpen met scherpe punten om het ijs van de
verdamper te verwijderen. 6. Droog alles zorgvuldig af. 7. Laat het apparaat met open deur goed drogen alvorens het weer in
te schakelen (zie fig. 8).
13. HET VERVANGEN VAN DE BINNENVERLICHTING
1. Schakel de elektriciteit uit zoals beschreven in hoofdstuk 10. 2. Schroef de schroeven los waarmee de bovenste lamphouder
vastzit. 3. Maak de bovenste lamphouder los van de tl-buis voorzien van een doorzichtige bescherming. 4. Haal de lamp uit de
onderste lamphouder. 5. Verwijder de doorzichtige beschermbuis. 6. Vervang de tl-buis.7. Zet alle onderdelen in omgekeerde
volgorde weer in elkaar (zie fig. 9).
14. HET VERVANGEN VAN DE MAGNETISCHE DICHTING VAN DE DEUR
1. Open de deur. 2. Pak de dichting in de handen en trek deze door de rand van de deur naar buiten. 3. Plaats een nieuwe
dichting en druk deze rondom goed aan (zie fig. 10).
15. HET AFSTELLEN V AN DE DEUR
Als de ruimte tussen de deur en het frame bij de verticale zijstukken van het apparaat niet gelijk is, kan de deur afgesteld
worden. 1. Open de deur. 2. Schroef de twee schroeven van het scharnier los dat zich op het frame bevindt. 3. Beweeg het
scharnier op en neer langs het frame. 4. De schroeven zo vastzetten dat de ruimte tussen de deur en het frame gelijk is
(zie fig. 11).
16. HET VERVANGEN VAN EEN GLASWAND
1. Schakel de elektriciteit uit zoals in hoofdstuk 10. 2. Schroef de schroeven van de deurscharnieren los en verwijder de deur.
3. Verwijder de kunststof doppen die op de hoeken van het dak geplaatst zijn. 4. Schroef de schroeven los waarmee het dak
aan de aluminium stijlen bevestigd is. 5. LET OP: de dragers van de schappen en de lampen zijn in het onderste gedeelte van
het dak geplaatst. 6. Verwijder de glasplaat van de stijlen door deze ook naar boven te schuiven. 7. Vervang de glasplaat door
een nieuwe (zie fig. 12).
(ALLEEN DOOR BEVOEGD PERSONEEL)
(OM DE TWEE WEKEN)
(OM DE TWEE WEKEN)
19