Inbedrijfstelling
4
Inbedrijfstelling
4.1
Checklist voor de inbedrijfname
1
Buiteneenheid en binneneenheid zijn correct
gemonteerd.
2
Buizen zijn correct
• aangesloten,
• geïsoleerd,
• op dichtheid getest.
3
Correcte condensafvoer is uitgevoerd en getest.
4
Elektrische aansluiting is correct uitgevoerd.
• Stroomvoorziening ligt binnen het normale bereik
• Randaarde is correct aangebracht
• Aansluitkabel is vast op de klemmenstrook
aangesloten
5
Alle afdekkingen zijn aangebracht en bevestigd.
6
De luchtgeleidingsplaat van de binneneenheid is correct
gemonteerd en de stelaandrijving is vastgeklikt.
Tabel 8
4.2
Werkingscontrole
Na uitgevoerde installatie met dichtheidscontrole en elektrische
aansluiting kan het systeem worden getest:
▶ Voedingsspanning tot stand brengen.
▶ Binneneenheid met de afstandsbediening inschakelen.
▶ Houd de toets ON/OFF [1] 5 seconden ingedrukt, om de koelmodus
in te stellen ( afb. 21)
Een pieptoon klinkt en de bedrijfslamp knippert.
▶ Koelmodus 5 minuten lang testen.
▶ Bewegingsvrijheid van de luchtgeleidingsplaat [2] waarborgen.
▶ Op de afstandsbediening cv-bedrijf kiezen.
▶ Cv-bedrijf 5 minuten lang testen.
▶ Toets ON/OFF opnieuw indrukken, om het bedrijf te beëindigen.
4.3
Overdracht aan de gebruiker
▶ Wanneer het systeem is ingesteld, de installatiehandleiding aan de
klant overhandigen.
▶ De klant de bediening van het systeem aan de hand van de
bedieningshandleiding uitleggen.
▶ Adviseer de klant, de bedieningshandleiding zorgvuldig te lezen.
114
Climate Class 6000i/8000i – 6721831489 (2021/10)