nl Storingen verhelpen
Storing
Temperatuur wijkt erg
af van de instelling.
Op het oppervlak van
het apparaat en de
plateaus in het appa-
raat vormt zich con-
denswater.
Het apparaat bromt,
borrelt, zoemt, gorgelt,
klikt, of maakt knakge-
luiden.
Apparaat produceert
geluiden.
146
Oorzaak en probleemoplossing
Verschillende oorzaken zijn mogelijk.
Schakel het apparaat uit. → Pagina 135
1.
Schakel het apparaat na ca. 5 minuten opnieuw in.
2.
→ Pagina 134
Als de temperatuur te hoog is, controleer dan de
‒
temperatuur na een paar uur opnieuw.
Als de temperatuur te laag is, controleer de tem-
‒
peratuur dan de volgende dag opnieuw.
De waterdamp in warme en vochtige lucht conden-
seert op de koudere oppervlakken van het apparaat.
Neem het water af met een zachte, droge doek.
1.
Open het apparaat zo kort mogelijk.
2.
Let er op dat het apparaat altijd goed wordt geslo-
3.
ten.
Geen storing. Een motor draait, bijv. koelaggregaat,
ventilator. Er stroomt koudemiddel door de buizen.
Motor, schakelaars of magneetventielen schakelen in-
of uit. Het automatische ontdooisysteem treedt in wer-
king.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.
Het apparaat staat niet waterpas.
Stel het apparaat horizontaal met behulp van een
▶
waterpas en de stelvoeten.
Apparaat is niet vrijstaand.
Houd de minimum afstanden van het apparaat aan.
▶
Uitrustingsdelen wiebelen of klemmen.
Controleer de uitneembare uitrustingsdelen en zet
▶
ze eventueel opnieuw in het apparaat.
Flessen of containers raken elkaar.
Haal flessen of containers van elkaar.
▶
Supervriezen is ingeschakeld.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.