Optie 4 - Tijdzone instellen
Hiermee kan de tijdzone worden ingesteld en kan de
tijdweergave worden gecorrigeerd. Druk op + tot Optie 4
in het uitleesvenster verschijnt en gebruik Λ en V om de
gewenste instelling te kiezen
Instelling 0
Britse modellen: op de fabrieksinstelling 0 laten staan.
Modellen met Midden-Europese tijd: op de fabrieksinstelling +1
Instelling 1
laten staan.
-12 Uur +14 Uur
Rest van de wereld: gebruik de knoppen Λ en V om het verschil tussen de locatie
waar de thermostaat is geïnstalleerd en de Universele tijd (GMT) te selecteren.
Optie 10 - Vorst-/ thermostaatfunctie-instelling
Hiermee
kan
functietemperatuur worden ingesteld. Druk op + tot Optie
10 in het uitleesvenster verschijnt en gebruik Λ en V om de
gewenste instelling te kiezen.
5-40°C - De fabrieksinstelling is 8°C, maar deze kan in elke waarde tussen 5 -40°C
worden gewijzigd.
Optie 11 - Startmethode
Uw thermostaat kan het verwarmingssysteem op drie
verschillende manieren laten aanslaan. Druk op + tot Optie
11 in het uitleesvenster verschijnt en gebruik Λ en V om de
gewenste instelling te kiezen.
Instelling 0
Normaal: De verwarming wordt op de geprogrammeerde tijden
hoger of lager gezet.
Instelling 1
Optimale startregeling (OSC): Hiermee kunt u het tijdstip
programmeren waarop u ergens een gewenste temperatuur
wilt hebben bereikt. De thermostaat berekent dan hoeveel
eerder de verwarming hoger wordt gezet. Dit varieert met de
weersomstandigheden en loopt uiteen van maximaal 120 minuten
tot 0 minuten voor het ingaan van het geprogrammeerde tijdblok.
Deze instelling moet samen met Optie 12 worden gebruikt om het
te laten overeenstemmen met de optimaliseringsinstelling voor
het gebouw waarin de thermostaat is geïnstalleerd.
Instelling 2
Startvertraging: Dit is een alternatief voor OSC. Stel de tijdblokken
op de normale wijze in, rekening houdend met de tijd die nodig
is om het gebouw op een gemiddelde dag te verwarmen. De
thermostaat kijkt naar inschakeltijdstip, feitelijke temperatuur
en gewenste temperatuur en laat de verwarming later aanslaan
als de feitelijke temperatuur dicht bij de geprogrammeerde
temperatuur ligt.
de
standaard
vorst-/thermostaat-
NL
67