Het kind uit het stoeltje halen
Druk op de stelinrichting (I) en trek tegelijkertijd
aan beide veiligheidsgordels (L) van het stoeltje
om ze los te maken (afb.18).
Druk op de rode knop op de gesp (K) om deze
te openen (afb. 19).
Haal de veiligheidsgordels weg van het kind
(afb.20).
Het stoeltje in de auto gebruiken
Plaats het stoeltje op de passagiersbank of
op één van de achterbanken.
Opgelet: het stoeltje moet tegen de rijrichting
van de auto in op de bank worden geplaatst.
Opgelet: in sommige landen is het verboden
kinderstoeltjes op de voorste passagiersbank
te plaatsen: controleer de voorschriften van
NL
het land waarin u zich bevindt.
Opgelet: plaats het stoeltje niet op de
passagiersbank als er een airbag voor zit.
Opgelet: plaats het stoeltje niet op een bank
met alleen een horizontale veiligheidsgordel.
Opgelet: steek niets tussen de bank en het
kinderstoeltje.
Opgelet: zet het stoeltje nooit op draaiende
banken die tegen de rijrichting van de auto
staan.
Het stoeltje in de auto monteren
Zet het stoeltje op de bank van de auto en duw het
goed tegen de rugleuning van de bank (afb. 21).
Opgelet: De
veiligheidsgordels zijn lichtblauw gekleurd.
Steek de veiligheidsgordels van het voertuig
niet op andere plaatsen dan de aangeduide.
Bepaal de punten waar de veiligheidsgordel van
de auto (B en G) moet komen.
Haal de buikgordel van de auto door beide
geleiders (G) vooraan op het stoelframe. (afb.22).
Sluit de veiligheidsgordel van de auto (afb. 23).
Haal de schuine gordel over het stoeltje heen
(afb. 24).
Haal de schuine veiligheidsgordel van de auto
door de gordelgeleider (B) over de achterkant
van het stoelframe (afb.25).
Zet de draagarm in de stand die u op de
afbeelding ziet (afb. 26).
Opgelet: span de autogordel goed zodat er
geen speling meer op zit.
Opgelet: controleer of de veiligheidsgordel van
de auto nergens opgerold is.
doorvoerpunten
voor
TIPS
Als de autogordel te kort lijkt:
•
controleer dan of het stoeltje goed tegen
de rugleuning van de autobank zit;
•
zet eventueel en indien mogelijk de
autobank zo ver mogelijk naar achter;
•
als dit kan, plaatst u de autogordels zo
laag mogelijk.
Het stoeltje uit de auto halen
Maak de veiligheidsgordel van de auto los.
Haal de gordel van het stoeltje af en laat deze
oprollen.
Onderhoud
Haal de hele hoes (E) van het stoeltje af en was
die.
De hoef eraf halen:
Druk op de rode knop op de gesp (K) om deze
te openen (afb. 27).
Verwijder de kussentjes (M).
Doe de bergruimte (C) open op de achterkant
van het stoeltje (afb. 28).
Trek beide veiligheidsgordels uit de rugleuning
(afb.29).
Schuif de hoes over de verstevigingen (N) e (I)
(afb. 30 en 31).
Haal de gesp (K) door de gleuf in de hoes.
(Afb.32).
Til het gedeelte in piepschuim op (afb. 33).
Maak de elastieken los waarmee de hoes vast
de
zit (afb. 34).
Zet het piepschuim weer in het frame zodat het
niet kan worden beschadigd.
Herhaal alle hier beschreven handelingen in de
omgekeerde volgorde om de hoes weer op het
stoeltje te doen.
Opgelet: als u de hoes op het stoeltje hebt
gedaan, controleert u aandachtig of de gordels
en de kussentjes juist zitten.
Leef de wasvoorschriften na die op het label op
de stof staan.
Was de plastic delen met lauw sop, gebruik
geen agressieve reinigingsproducten.
Opgelet: De hoes maakt onlosmakelijk deel uit
van het stoeltje: Het stoeltje mag niet worden
gebruikt zonder de hoes. De hoes mag alleen
worden vervangen door een originele nieuwe
hoes.
34