3. Het toebehoren demonteren en eventu-
eel reinigen en drogen.
Vervoer
VOORZICHTIG
Niet-naleving van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Neem bij het transport en de opslag het ge-
wicht van het apparaat in acht.
1. Bij het transport in voertuigen het appa-
raat conform de geldende richtlijnen te-
gen wegglijden en omvallen beveiligen.
Opslag
VOORZICHTIG
Niet-naleving van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Neem bij het transport en de opslag het ge-
wicht van het apparaat in acht.
1. Het apparaat alleen in binnenruimtes
opslaan.
Verzorging en onderhoud
1. Het apparaat en het toebehoren regel-
matig met geschikte vloeistof spoelen en
laten drogen.
2. Het zakfilter regelmatig op beschadiging
controleren. Bij beschadiging het zakfil-
ter vervangen.
Filter vervangen
Afbeeldingen, zie pagina's met grafieken
Afbeelding G
1. De sluitschroef eruit draaien.
2. Het filter verwijderen en vervangen.
3. Het nieuwe filter plaatsen.
Let er bij de montage op dat het filter cor-
rect wordt geplaatst.
4. De sluitschroef erin draaien en vast-
draaien.
Het zakfilter vervangen
Afbeeldingen, zie pagina's met grafieken
Afbeelding H
Schroeven
1
Spanring
2
Zakfilter
3
Reinigingsinrichting
4
1. De zuigkop verwijderen.
(zie hoofdstuk Zuigkop verwijderen)
30
2. Verwijder de filtereenheid aan de hand-
grepen uit het apparaat en draai deze
om.
Afbeelding I
3. Verwijder de schroeven en demonteer
het reinigingsapparaat.
4. De schroefverbinding van de spanring
losmaken.
5. Verwijder het zakfilter.
6. Gooi het filterschuim weg.
7. Plaats het nieuwe zakfilter.
8. Plaats het nieuwe filterschuim.
9. De spanring plaatsen en vastschroeven.
10.De reinigingsinrichting plaatsen en vast-
schroeven.
11.Plaats de filtereenheid.
Let er bij de installatie op dat het lipje op
het filterinzetstuk in de as grijpt.
Afbeelding J
Hulp bij storingen
GEVAAR
Gevaar voor letsel
Gevaar voor onbedoeld starten van het ap-
paraat en gevaar voor een elektrische
schok
Schakel het apparaat vóór alle werkzaam-
heden uit en trek het netsnoer uit.
Laat alle controles en werkzaamheden aan
elektrische delen door een vakman uitvoe-
ren.
Motor (zuigturbine) start niet
Geen elektrische spanning
Het stopcontact en de zekering van de
stroomvoorziening controleren.
Het netsnoer en de netstekker van het
apparaat controleren.
De zuigkracht neemt af
De sproeier, de zuigbuis of de zuigslang
zijn verstopt.
De sproeier, de zuigbuis en de zuigslang
controleren en eventueel reinigen.
Het filter is vervuild.
Het filter reinigen.
Als de storing niet kan worden verholpen,
moet het apparaat door de klantenservice
worden gecontroleerd.
Nederlands
Klantenservice