In- en uitschakelen (Fig. 2)
Voor gereedschappen met een aan-vergrendeling
LET OP:
• Controleer altijd, voordat u het gereedschap inschakelt,
of de schuifknop op de juiste manier schakelt en weer
terugkeert naar de uit-stand, wanneer achter op de
schuifknop wordt gedrukt.
Om het gereedschap in te schakelen, schuift u de schuif-
knop naar de stand "I" (aan). Om het gereedschap con-
tinu te laten werken, drukt u op de voorkant van de
schuifknop om deze te vergrendelen.
Om het gereedschap uit te schakelen drukt u op de ach-
terkant van de schuifknop en schuift u de knop naar de
stand "O" (uit).
Voor gereedschappen zonder een aan-vergrendeling
LET OP:
• Controleer altijd, voordat u de stekker in het stopcon-
tact steekt, of de schuifknop op de juiste manier scha-
kelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat deze is
losgelaten.
Om het gereedschap in te schakelen, schuift u de schuif-
knop naar de stand "I" (aan).
Om het gereedschap uit te schakelen, laat u de schuif-
knop los en schuift u deze in de stand "O" (uit).
Toerentalregelknop (Fig. 3)
Voor 9561CVH, 9562CVH, 9564CV, 9565CV
U kunt de draaisnelheid veranderen door de toerentalre-
gelknop te draaien en in te stellen op een cijfer van 1 tot
5.
De snelheid verhoogt wanneer u de draaiknop in de rich-
ting van het cijfer 5 draait. De snelheid verlaagt wanneer
u deze in de richting van het cijfer 1 draait.
Zie de onderstaande tabel voor de verhouding tussen de
cijfers op de draaiknop en de approximatieve draaisnel-
heid.
Cijfer
1
2
3
4
5
010478
LET OP:
• Wanneer u het gereedschap lange tijd achtereen bij
een lage snelheid gebruikt, kan de motor overbelast en
oververhit worden.
• De toerentalregelknop kan niet verder dan 5 en niet
verder terug dan 1 worden gedraaid. Forceer de draai-
knop niet voorbij 5 of 1, aangezien de toerentalregeling
dan niet meer juist zal werken.
Gereedschappen die voorzien zijn van een elektronische
functie zijn gemakkelijk te bedienen dank zij de volgende
kenmerken.
• Elektronische constant-toerentalregeling
Gereedschappen die voorzien zijn van een elektroni-
sche functie zijn gemakkelijk te bedienen dank zij de
volgende kenmerken.
• Zachte starten dankzij onderdrukken van startschok.
Zachte start De aanloopschok wordt onderdrukt zodat
u veilig kunt werken en zacht kunt starten.
44
–1
min
(RPM)
2 800
4 000
6 500
9 000
12 000
• Beveiliging tegen overbelasting
Wanneer de toelaatbare belasting van het gereed-
schap wordt overschreden, stopt het gereedschap
automatisch om de motor en de schijf te beschermen.
Zodra de belasting tot het toelaatbare niveau is
gedaald, kan het gereedschap weer automatisch wor-
den gestart.
INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens enig
werk aan het gereedschap uit te voeren.
Monteren van de zijhandgreep (handvat) (Fig. 4)
LET OP:
• Controleer altijd of de zijhandgreep stevig bevestigd is
alvorens met het werk te beginnen.
Schroef de zijhandgreep stevig vast op het gereedschap
op de plaats die is afgebeeld.
Installeren of verwijderen van de beschermkap
(voor schijf met een verzonken middengat,
multischijf/doorslijpschijf, diamantschijf)
Voor gereedschap met een beschermkap voorzien
van een vergrendelschroef (Fig. 5 en 6)
WAARSCHUWING:
• De beschermkap dient zodanig op het gereedschap te
worden gemonteerd dat de gesloten zijde ervan altijd
naar de gebruiker is gericht.
• Wanneer u een doorslijpschijf of diamantschijf gebruikt,
moet u altijd een beschermkap gebruiken die speciaal
ontworpen is voor gebruik met doorslijpschijven. (In
sommige Europese landen kan bij gebruik van een dia-
mantslijpschijf worden volstaan met de gewone
beschermkap. Volg de voorschriften die in uw land gel-
den.)
Monteer de beschermkap zodanig dat het uitsteeksel op
de beschermkapband overeenkomt met de inkeping in
de kussenblokkast. Draai daarna de beschermkap 180
graden rechtsom of linksom. Draai de schroef stevig vast.
Om de beschermkap te verwijderen, voert u deze proce-
dure in omgekeerde volgorde uit.
Voor gereedschap met een beschermkap voorzien
van een klemhendel (Fig. 7 en 8)
Trek de hendel in de richting van de pijl nadat de schroef
is losgedraaid. Monteer de beschermkap met het uit-
steeksel op de beschermkap-band uitgelijnd met de inke-
ping in de kussenblokkast. Draai vervolgens de
beschermkap 180°. Zet vast met de schroef nadat de
hendel in de richting van de pijl voor het gebruiksdoel is
getrokken. De bevestigingshoek van de beschermkap
kan worden veranderd met de hendel.
Om de beschermkap te verwijderen, voert u deze proce-
dure in omgekeerde volgorde uit.