5.4.
Stoken op laag regime (voor toestellen geschikt voor continu gebruik)
Om het toestel als een "continu vuur" te gebruiken, kan men de primaire en secun-
daire luchtinlaten zo kiezen tot dat je de juiste brandsnelheid bekomt. Zorg er
steeds voor dat er voldoende gloed op de stookbodem aanwezig is.
5.5.
Ontassen
Indien uw haard voorzien is van een aslade dient deze gele-
digd worden voordat de assen de onderzijde van de stookroos-
ter raken. Met de bijgeleverde koude handgreep kan het roos-
ter omhoog gekanteld worden en de asbak uit het toestel ge-
nomen.
Van hout hebt u relatief weinig assen en is het niet nodig de
stookvloer elke keer volledig te ontassen, het stoken van hout
in een asbed geeft overigens een betere verbranding.
5.6.
Doven
Vul geen brandstof bij en laat de haard gewoon uitgaan.
Als een vuur getemperd wordt door de luchttoevoer te verminderen, komen veel
schadelijke stoffen vrij. Het vuur moet daarom vanzelf uitbranden en mag pas verla-
ten worden als het goed gedoofd is.
5.7.
Weersomstandigheden
Waarschuwing!
Bij nevel en dichte mist wordt de afvoer van de rookgassen door de schoorsteen
sterk bemoeilijkt, en kunnen rookgassen neerslaan en stankoverlast geven.
Indien het niet echt nodig is, kunt u beter onder deze weersomstandigheden niet
stoken.
2020/2220/2520/2210/2510/2200/2500
18
03.27883.100