2.4 Onderhoud voor de gebruiker
2.4.1 Filter reinigen / vervangen
2.4.2 Reinigen
• Trek de stekker van de WHR uit het stopcontact
• Trek de filters(A) uit de WHR.
• Zuig de filters schoon met een stofzuiger of indien vochtig: spoel ze
schoon in lauwwarm water met een neutrale zeepoplossing.
• Schuif de filters weer in de WHR.
• Stop de stekker van de WHR in het stopcontact
• Druk op
indien 'Fil', 'ter' knipperend op het display verschijnt.
2.4.3 Vervangen
Vervang de filters minimaal eenmaal per jaar.
• Trek de stekker van de WHR uit het stopcontact
• Trek de filters(A) uit de WHR.
• De twee klemmen verwijderen waarmee het filterdoek op de filterhouders
is gemonteerd. Het filterdoek kan nu van de houder worden afgeschoven.
• Het nieuwe filterdoek kan nu weer op de houder worden geschoven.
Monteer de twee klemmen terug.
• Schuif de filters weer in de WHR.
• Stop de stekker van de WHR in het stopcontact
• Druk op [OK] indien 'Fil', 'ter' knipperend op het display verschijnt.
Let er op dat het doek niet beschadigd door de uiteinden van de filterhouder.
Het wordt aanbevolen, wanneer het systeem voor de eerste keer
gebruikt wordt, eerst alle filters en ventielen te reinigen daar tijdens
de bouwfase het systeem vervuild kan raken met bouwstof.
2.4.4 Ventielen reinigen
toevoerventiel
afvoerventiel
Reinig de ventielen 2 keer per jaar.
• Neem een ventiel uit de wand of het plafond.
• Reinig het ventiel in een oplossing van zeep en warm water. Spoel goed na
en droog af. De installateur heeft alle ventielen ingesteld om het systeem
optimaal te laten functioneren. Verander daarom niets aan de stand
van de ventielen.
• Plaats het ventiel terug op de juiste plaats.
• Herhaal deze procedure voor alle ventielen.
De ventilatielucht wordt middels ventielen toe- en afgevoerd. Kieren onder de deuren
in de woning zorgen ervoor dat er een luchtstroom in de juiste richting ontstaat.
• Zorg dat deze kieren niet worden afgesloten.
• Om er zeker van te zijn dat de juiste ventilatiehoeveelheden in de juiste
vertrekken gehandhaafd blijven mag de instelling van de ventielen niet
gewijzigd worden. Let er ook op dat ventielen niet verwisseld worden.
2.5 Storingen
2.5.1 Storingsmelding
Indien de WHR 930 een storing heeft zal dit als volgt aan u kenbaar wor-
den gemaakt:
2.5.2 Display
Op het display verschijnt een 'A' of een 'E' code met een cijfertoevoeging
A
2.5.3 Standenschakelaar met LED
Het LED zal als teken dat er een storing is en bij een filter vuil melding
gaan branden. Op het display is de storingscode 'A' of 'E' af te lezen
2.5.4 Draadloze standenschakelaar
Indien een draadloze standenschakelaar is gemonteerd zal, wanneer de
schakelaar bediend wordt, één LED 1 x groen oplichten als teken dat er
communicatie is. Vervolgens zullen bij een storingsmelding en bij een filter
vuil melding de beide LED's 3x rood knipperen. Daarna zullen beide LED's
nog 1 x groen oplichten
2.5.5 Wat te doen in geval van storing?
Neem in geval van een storing contact op met de installateur. Noteer de
code die in het display verschijnt en het type WHR. Zie hiervoor de type-
plaat aan de bovenkant van de WHR.
De stekker dient steeds in het stopcontact te blijven, tenzij voor een ernstige
storing, filterreiniging of -vervanging of een andere dringende reden het
toestel buiten bedrijf moet worden gesteld. Wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt gehaald zal er geen mechanische ventilatie van de
woning meer zijn en kunnen vocht- en schimmelproblemen in de woning
optreden. Langdurige uitschakeling van het toestel moet dan ook worden
voorkomen.
2.6 Einde levensduur
Overleg met uw leverancier wat u met de WHR kunt doen aan het einde
van de levensduur. Indien het niet mogelijk is het toestel terug te leveren,
deponeer deze dan niet bij het bedrijfsafval, maar informeer bij uw
gemeente naar de mogelijkheden voor hergebruik van componenten of
milieuvriendelijke verwerking van de materialen.
Gooi ook de batterijen van de draadloze schakelaars niet weg bij het nor-
male afval maar lever deze in bij de daarvoor aangewezen plaatsen.
afvoerventiel
5