Handleiding
Laden van het micro Lithium Power Pack:
1.
Met het laadapparaat
Sluit het laadapparaat op een stopcontact aan en verbind de laadkabel met de 12 V ingang van het
Power Pack.
2.
Met de voertuiglaadkabel
Sluit de 12 V voertuigstekker op een 12 V stopcontact in het voertuig aan en verbind de laadkabel met de
12 V ingang van het Power Pack.
Controlelampjes:
Druk de schakelaar op de zijkant van het apparaat in om de laadtoestand te controleren.
Controlelampjes
1 knippert
Laadtoestand
Tijdens het laadproces lichten de controlelampjes na elkaar op, het aantal permanent brandende
controlelampjes geeft de laadtoestand van het Power Pack aan. Als alle controlelampjes permanent
branden, is het laadproces voltooid.
Starthulp 12 V voertuigen:
1. Zorg ervoor, dat ten minste drie controlelampjes van het Power Pack permanent branden en dat de
batterijpolen niet verontreinigd of geoxideerd zijn.
2. Koppel het Power Pack en de starthulpkabel los.
3. Verbind eerst de rode poolklem van de starthulpkabel met de pluspool en daarna de zwarte poolklem
met de minpool van de voertuigbatterij. De poolklemmen moeten een vast en veilig contact met de
batterijpolen hebben.
4. Verbind het Power Pack met de starthulpkabel en zorg er daarbij voor dat de stekker goed vastzit.
5. Start de motor. Als dit niet lukt, wacht u ten minste drie minuten voor u nogmaals probeert. Onderneem
na de derde mislukte startpoging geen nieuwe poging maar controleer uw voertuig op fouten.
6. Koppel binnen 30 seconden na het starten van de motor het Power Pack los van de starthulpkabel en
koppel pas daarna de poolklemmen los van de batterijpolen.
1 permanent
0 %
25 %
2 permanent
3 permanent
50 %
75 %
4 permanent
100 %