2) Groep 1 (voorwaarts gericht)
(Voor kinderen met een gewicht van 9 tot 18 kg)
BELANGRIJK: GEBRUIK HET AUTOSTOELTJE NIET IN DE RIJRICHTING ALS HET
GEWICHT VAN HET KIND NIET MEER BEDRAAGT DAN 9 KG.
1. Druk de Isofix-connectorknoppen aan beide kanten in om de Isofix-connectoren in de leng-
te uit te schuiven.
2. Klap de steunpoot uit.
3. Schuif de Isofix-connectoren naar de Isofix-verbindingsstukken op de stoel van de auto en
laat ze vastklikken.
4. Duw het autostoeltje stevig tegen de rugleuning van de stoel. Zorg ervoor dat beide Iso-
fix-indicatoren groen zijn.
5. Druk op de knop voor de hoogteverstelling van de steunpoot en zorg ervoor dat deze sta-
biel in de voetruimte van uw auto staat.
6. Controleer of de indicator op de steunpoot groen is.
7. Het autostoeltje heeft drie instelbare zitposities in de rijrichting.
8. Om uw kind comfortabel in het zitje te plaatsen, draait u het autostoeltje in de richting van de autodeur.
9. Maak de gordelgesp van het autostoeltje los en leg de gordels aan de buitenkant van het
autostoeltje.
10. Plaats uw kind in het autostoeltje.
11. Stel de hoogte van de hoofdsteun zo in dat de schoudergordel vrij blijft.
12. Sluit de gordelgesp weer tot u een klik hoort.
13. Trek aan het voorste verstellipje om de gordels strak te trekken. Let erop dat de gordels
niet zijn gedraaid.
14. Draai het autostoeltje naar de voorwaarts gerichte positie. Controleer of het autostoeltje in
deze positie is vastgeklikt.
- 59 -
NL