5. OVERZICHT ONDERDELEN
A
B
D
E
C
F
A. Power-toets
MODE
B: Oculairafdekking (scherpstelwieltje)
C. Deksel van het batterijvak
D. Riembeugel
E. Objectief
F. Laserontvangstobjectief
G. Modus-toets (
MODE
G
)
6. HET APPARAAT STARTEN
Houd de Power-toets (A)
ca. 1 seconde ingedrukt. Als het apparaat
de eerste keer wordt gestart, schakelt het
display in de standaardmodus "Afstands-
meting". Als u het apparaat de volgende
keer start, begint u altijd in de modus die
als laatst is gebruikt.
Na 30 seconden zonder activiteit wordt
het apparaat automatisch uitgeschakeld.
7. DIOPTRIE-INSTELLING
Als de weergave onscherp is, kan deze
worden scherpgesteld door de oculairaf-
dekking (B) (scherpstelwieltje) naar links of
rechts te draaien.
8. HANDLUS
Trek de kleine lus door de riembeugel (D)
en trek vervolgens de grote lus door de
kleine lus om de handlus vast te maken.
NL
gedurende
MODE
5