15. MODUS 4: METING HORI-
ZONTALE AFSTAND
Richt het middelste doelbereik op een
object en druk op de Power-toets (A)
. De horizontale afstand en de hoek ten
opzichte van het doel worden afwisselend
weergegeven.
16. MODUS 5: METING
VERTICALE HOOGTE
Richt het apparaat op de onderkant van het
object en druk op de Power-toets (A)
de onderkant van het object te scannen.
Beweeg het doelbereik vervolgens naar de
bovenkant van het object en druk nogmaals
op de Power-toets (A) om de bovenkant van
het object te scannen. De afstand tussen on-
MODE
derkant en bovenkant wordt gemeten en de
hoogte wordt weergegeven.
17. MODUS 6:
SNELHEID
Richt het apparaat op het bewegende object
en houd de Power-toets (A)
dat de snelheid verschijnt.
om
MODE
NL
ingedrukt tot-
MODE
11