DIY-12.book Seite 72 Freitag, 24. Februar 2006 3:51 15
Elektrische aansluitingen
7
Elektrische aansluitingen
7.1
Kabels aanleggen
Waarschuwing!
Controleer voor het boren of er geen elektrische kabels of andere
delen van het voertuig door boren, zagen en vijlen beschadigd
kunnen raken.
Instructie
Gebruik voor de doorvoer van de aansluitkabels indien mogelijk
originele doorvoeren of andere doorvoermogelijkheden, zoals bijv.
bekledingsranden, ventilatieroosters of blinde schakelaars.
Als er geen rubberstop aanwezig is, maak dan een boring van
ca. Ø 13 mm en breng een kabeldoorvoertule aan.
Instructie
Niet vakkundig aanleggen of verbinden van kabels leidt steeds
weer tot storingen of beschadigingen van onderdelen. Het correct
aanleggen en verbinden van kabels is een voorwaarde voor een
duurzame en storingsvrije werking van de later aangebouwde
componenten.
Neem daarom de volgende instructies in acht:
Leg de kabels indien mogelijk altijd binnen in het voertuig aan, want daar
zijn ze beter beschermd dan buiten op het voertuig.
Als u de kabels desondanks buiten op het voertuig aanlegt, let dan op een
veilige bevestiging (door extra kabelverbinders, isolatieband etc.).
Houd bij het aanleggen van de kabels altijd voldoende afstand met hete
en bewegende voertuigonderdelen (uitlaatpijpen, aandrijfassen, dynamo,
ventilatoren, verwarming etc.) om beschadigingen aan de kabel te
vermijden.
Omwikkel de stekkerverbindingen van de verbindingskabels ter
bescherming tegen het indringen van water en elke verbinding aan een
kabel (ook in het voertuig) met een goede isolatieband. Het best geschikt
is zelfhardend afdichtingsband bijv. van 3M.
72
DIY-12