9. Controleer vóór het gebruik het zaagblad zorgvuldig
op barsten of beschadiging. Vervang een gebarsten of
beschadigde zaagblad meteen.
10. Gebruik uitsluitend flenzen die geschikt zijn voor dit
gereedschap.
11. Wees voorzichtig dat u niet de as, flenzen (met name
het montagevlak) of bout beschadigt. Als deze
onderdelen beschadigd raken, kan het zaagblad
breken.
12. Zorg ervoor dat de draaitafel stevig vast staat zodat
deze tijdens het zagen niet beweegt.
13. Verwijder voor uw eigen veiligheid alle spaanders,
kleine stukjes hout, enz., vanaf het tafeloppervlak
voordat u het gereedschap bedient.
14. Voorkom dat u met de bit spijkers raakt. Inspecteer
het werkstuk op spijkers en verwijder deze zonodig
voordat u ermee begint te werken.
15. Zorg ervoor dat de asvergrendeling is ontgrendeld
voordat u het gereedschap inschakelt.
16. Controleer dat het zaagblad in zijn laagste stand de
draaitafel niet raakt.
17. Houd de handgreep stevig vast. Let erop dat het
zaagblad iets op en neer beweegt tijdens het starten
en stoppen.
18. Zorg ervoor dat het zaagblad het werkstuk niet raakt
voordat u het gereedschap hebt ingeschakeld.
19. Laat het gereedschap een tijdje draaien voordat u het
werkstuk gaat zagen. Controleer op trillingen of
schommelingen die op onjuiste montage of een slecht
uitgebalanceerd zaagblad kunnen wijzen.
20. Wacht totdat het zaagblad op volle snelheid draait
voordat u begint te zagen.
21. Stop onmiddellijk met het gebruik van het
gereedschap als u iets abnormaals opmerkt.
22. Probeer niet de aan/uit-schakelaar in de aan-stand
vast te zetten.
23. Blijf te allen tijde geconcentreerd, met name tijdens
zich herhalende, monotone bedieningen. Laat u niet
leiden door een vals gevoel van veiligheid. Het
zaagblad kent geen medelijden!
24. Gebruik altijd de accessoires die in deze
gebruiksaanwijzing aanbevolen worden. Gebruik van
ongeschikte accessoires, zoals slijpschijven, kan tot
letsel leiden.
25. Gebruik de cirkelzaag niet voor het zagen van
andere materialen dan aluminium, hout en
dergelijke.
26. Sluit de afkortzaag aan op een stofafzuig- en
stofopvanginrichting tijdens het zagen.
27. Kies het juiste zaagblad voor het materiaal dat u
wilt zagen.
28. Wees voorzichtig bij het zagen van gleuven.
29. Vervang de zaagsnedeplank als deze versleten is.
30. Zaagbladen van hooggelegeerd snelstaal (HSS)
mogen niet worden gebruikt.
31. Stof dat tijdens de werkzaamheden vrijkomt, kan
chemische bestanddelen bevatten die kanker,
geboortedefecten of andere voortplantingsschade
kan (kunnen) verwekken. Enkele voorbeelden van
deze chemische stoffen zijn:
• lood van loodhoudende verfstoffen en
10
• arsenicum en chroom van chemisch behandeld
hout.
Het risico van deze blootstellingen varieert en
hangt af van het feit hoe vaak u dit soort
werkzaamheden uitvoert. Om blootstelling aan
deze chemische bestanddelen te verminderen:
moeten de werkzaamheden uitgevoerd worden in
een goed geventileerde werkomgeving en
gebruikmakend van goedgekeurd beschermende
hulpmiddelen, zoals stofmaskers die ontworpen
zijn om microscopisch kleine deeltjes te kunnen
filteren.
32. Om het geluidsniveau te verlagen, zorgt u er altijd
voor dat het zaagblad scherp en schoon is.
33. De gebruiker moet voldoende getraind zijn in het
gebruik, afstelling en bediening van het
gereedschap.
34. Gebruik een zaagblad dat op de juiste wijze
geslepen is. Houd u aan de maximale snelheid
aangegeven op het zaagblad.
35. U mag niet het afgezaagde stuk of andere delen
van het werkstuk uit het zaaggebied verwijderen
terwijl het zaagblad nog draait en de
gereedschapskop nog niet in de ruststand staat.
BEWAAR DEZE
VOORSCHRIFTEN
OPSTELLEN
Montage op een werkbank
Wanneer u het gereedschap koopt is het handgreep
vergrendeld in de onderste stand door middel van de
handgreepvergrendeling. Ontgrendel de
handgreepvergrendeling door de handgreep iets omlaag
te duwen en de handgreepvergrendeling naar de
ontgrendelde stand te draaien (zie afb. 1).
Dit gereedschap moet met vier bouten worden
gemonteerd op een horizontale en stabiele ondergrond
met gebruikmaking van de boutgaten in de voeten van het
gereedschap. Hierdoor wordt voorkomen dat het
gereedschap kan omvallen en letsel kan veroorzaken (zie
afb. 2).
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
de functies van het gereedschap te controleren of af te
stellen.
Beschermkap
Wanneer u de handgreep omlaag duwt, gaat de
beschermkap automatisch omhoog. De beschermkap is
geveerd, zodat deze naar zijn oorspronkelijke plaats
terugkeert wanneer de handgreep omhoog gaat nadat het
zagen klaar is. NOOIT DE WERKING VAN DE
BESCHERMKAP OF DE DAARAAN BEVESTIGDE VEER
HINDEREN OF DEZE VERWIJDEREN (zie afb. 3).