Waarschuwingen:
De met motor of regeleenheid gebruikte klimaatsensoren VOLO S en VOLO
SR, maken automatische open - en sluitbesturing mogelijk van zonnen-
schermen, rolgordijnen en lichtstraten of dergelijke. Neem voor installatie,
onderhoud en reparatie contact op met vakbekwaam technisch personeel.
1) Productbeschrijving
De met daarop ingestelde motor en regeleenheid gebruikte klimaatsensoren
VOLO S (wind en zon) en VOLO SR (wind zon regen), maken het moglijk de
beweging van zonneschermen, rolgordijnen en lichtstraten to automatiseren op
basis van de waargenomen weersomstandigheden: in geval van een zonne-
scherm bijvoorbeeld maakt de aanwezigheid van zon dat het opengaat, als er
wind is gaat hij dicht, terwijl regen (VOLO SR) hem open of dicht doet gaan, alf-
hankelijk van de wijze waarop de motor of regeleenheid geprogrammeerd zijn.
De sensor meet de windsnelheid, de lichtsterkte en de aanwezigheid van regen
en zendt deze informatie naar de aangesloten motoren of regeleenheden. Indien
de waarde het in de motoren of regeleenheden geprogrammeerde niveau over-
schrijdt, treedt een hieronder gespecificeerd bedieningsorgaan in werking:
Wind: Indien het niveau tenminste 3 seconden lang overschreden wordt, treedt
een "omhoog" opdracht in werking overeenkomende met de toets
afstandsbedieningen en elke andere beweging wordt geblokkeerd totdat de wind
2) Installatie
Raadpleeg afbeelding 1, 2, 3 en 4 voor de installatie. Denk eraan dat de
sensor om goed te kunnen functioneren op volle zon geplaatst moet
2.1) Elektrische aansluitingen
Elke sensor kan op maximaal 5 parallel geplaatste regeleenheden/moto-
ren aangesloten worden (met inachtneming van de polariteit en door of
de draden van dezelfde kleur of dezelfde klemmen van de regeleenhe-
den te verbinden). De sensor beschikt over 1 ingang die de waarneming
GRIJS
BLAUW
!
LET OP: VOLO S en VOLO SR kunnen alleen met geschik-
te motoren of regeleenheden gebruikt worden. Een verkeerde
3) Test
Om na te gaan of de sensor goed geïnstalleerd is, gaat u te werk zoals hier-
onder beschreven is. Onderstaande beschrijving betreft het gebruik van een
motor voor zonneschermen, ook voor de andere gevallen kunnen vergelijkba-
re procedures gevolgd worden.
Controle windsensor:
1. Plaats het zonnescherm op een punt tussen open en dicht
2. Laat de anemometer draaien (eventueel met behulp van een haardroger)
op een hogere snelheid dan de in de motor ingestelde drempel (het in de
fabriek ingestelde niveau is 30 Km/h, hetgeen overeenkomt met ongeveer
8 omwentelingen/seconde).
3. Nadat de winddrempel tenminste 3 seconden lang overschreden is, moet
er een manoeuvre van start gaan in de richting overeenkomend met toets
van de afstandsbedieningen. Het zonnescherm wikkelt zich helemaal
op en er kunnen 1 minuut lang geen andere opdrachten gegeven worden.
Controle zonnesensor:
1. Sluit de stroomvoorziening naar de motor af en schakel hem vervolgens
14
!
VOLO S en VOLO SR sensoren hebben elektronische circuits
die alleen met daarop ingestelde motor of regeleenheid verbon-
den kunnen worden. Een verkeerde verbinding kan de sensor
ernstige schade toebrengen. Lees de instructies met aandacht
door en controleer op welke motoren of regeleenheden VOLO
sensoren gebruikt kunnen worden.
tenminste 1 minuut lang weer onder het geprogrammeerde niveau is terugge-
keerd.
Zon: Indien het "zon"niveau tenminste 2 minuten lang is overschreden, treedt een
"omlaag" opdracht in werking (overeenkomende met de toets
bedieningen); indien het niveau tenminste 15 minuten lang onder het niveau daalt,
wordt opdracht gegeven tot een omhoogbeweging (overeenkomende met de toets
). In tegenstelling tot de "wind" bescherming, kan de motor hier ook na inwer-
kingtreding van de sensor altijd handmatig bediend worden.
Regen (VOLO SR): Indien de sensor de aanwezigheid van regen waarneemt,
wordt deze informatie naar de motoren gezonden en opdracht gegeven voor een
in elke motor of regeleenheid geprogrammeerde bewegingsrichting.
Voor wijziging van de richting bij inwerkingtreding van de regensensor of de
van de
inwerkingtredingsniveaus zon en wind, wordt verwezen naar het hoofdstuk pro-
grammeringen
worden en bij VOLO SR ook in een regenzone.
van zon of regen uitschakelt (de windbescherming blijft altijd actief). Deze
functie kan met behulp van een eenvoudige schakelaar gebruikt worden,
wanneer de zon- en regenmeting uitgeschakeld is. Het aan- en uitscha-
kelen van het zon- en regenautomatisme kan ook verricht worden met
de afstandsbedieningen ERGO4 en PLANO4.
verbinding of verkeerd gebruik kan de sensorelektronica
onherstelbaar beschadigen.
weer in. Plaats het zonnescherm op een punt tussen open en dicht.
2. Verlicht de sensor met een lichtbron (zon of lamp) met een lichtsterkte
boven de ingestelde drempel.
3. Na 2 minuten moet een manoeuvre van start gaan overeenkomend met
toets
van de afstandsbedieningen (het in de fabriek op niveau 2 inge-
stelde niveau komt overeen met een heldere dag met stralende zon).
Controle regensensor (alleen VOLO SR):
1. Plaats het zonnescherm op een punt tussen open en dicht.
2. Maak de sensor nat alsof het regent.
3. Na een paar seconden moet een manoeuvre van start gaan in de richting
van de in de motor geprogrammeerde regenbescherming
Het is mogelijk de inwerkingtredingsniveaus van de zon- en wind sensoren en
de regenbeschermingsrichting te wijzigen indien ze niet geschikt zijn voor de
toepassing, al naar gelang de behoeften. Zie hiertoe het hoofdstuk program-
meringen.
van de afstands-