5.0 Aan- en afkoppelen
WAARSCHUWING!
• Controleer altijd of het apparaat uitgeschakeld is voordat
u aan- of loskoppelt.
• Controleer voor gebruik of de rolstoel goed aan de
aankoppelfiets is bevestigd.
• Bij bewegende delen is er altijd een risico dat vingers en/
of kleding beklemd raken. Doe daarom altijd voorzichtig.
Zie ook de onderstaande aankoppelchecklist:
Koppelingspennen
volledig
vergrendeld in
Aankoppelhendels
volledig
vergrendeld in
Fig. 5.0
OPGELET!
• Houd het aankoppelsysteem altijd schoon.
• Reinig het aankoppelsysteem na iedere rit; let vooral op
zand en modder.
Aankoppelen: Fig. 5.1 - Fig. 5.5
• Rij uw rolstoel zo dicht mogelijk naar de aankoppelfiets
toe.
• De 2 koppelingspennen op uw rolstoel moeten zich direct
voor de voorzijde van de onderste aankoppelpunten
bevinden.
• De aankoppelfiets moet op een vlakke ondergrond staan.
• Zet uw rolstoel op de rem.
• Trek de aankoppelfiets aan het stuur naar u toe, totdat
de 2 koppelingspennen vergrendelen (A).
• Duw nu de aankoppelfiets omhoog/naar voren, totdat de
steunwieltjes en zwenkwielen van de grond komen.
• Zwaai de bovenste aansluiting omlaag tot deze stopt (B).
• Laat de aankoppelfiets zakken totdat de bovenste
aansluiting in contact komt met het voorframe van uw
rolstoel.
• Trek de rode vergrendelingshendel naar achteren totdat
hij stevig en volledig vergrendeld is (C).
• Controleer of de rolstoel volledig is aangesloten op de
aankoppelfiets, (zie Fig. 5.0).
84
Fig. 5.1
Fig. 5.2
√
Fig. 5.3
√
Fig. 5.4
Fig. 5.5
A
B
C
Attitude Power Rev.1.0