nl
Let op de koudezones in de
koelruimte
Door de luchtcirculatie in de koelruimte
ontstaan verschillende koudezones:
De koudste zones bevinden zich
■
bij de achterwand en in de
delicatessenhouders. Afb. 3
De warmste zone bevindt zich
■
helemaal bovenaan in de deur.
Aanwijzing
Bewaar in de warmste zone bijv.
harde kaas en boter. Kaas kan zo zijn
aroma verder ontwikkelen en de boter
blijft goed smeerbaar.
De verskoelruimte
De temperatuur in de verskoelruimte
wordt rond de 0 °C gehouden. De lage
temperatuur en de optimale luchtvochtig-
heid maken ideale omstandigheden
mogelijk voor het bewaren van verse
levensmiddelen.
In de verskoelruimte kunnen levensmid-
delen tot drie keer langer vers worden
gehouden dan in de normale koelzone –
voor nog langere versheid en behoud
van voedingsstoffen en smaak.
Verskoellade
Afb. 1/18
In de verskoellade heerst een tempera-
tuur van ongeveer 0 °C en een lucht-
vochtigheid van circa 50 %.
Dit bewaarklimaat is ideaal voor het
bewaren van vis, vlees, worst, kaas en
melk.
74
All manuals and user guides at all-guides.com
Vochtlade
Afb. 1/20
De vochtlade wordt afgedekt door een
speciaal filter dat de luchtvochtigheid
in de lade optimaal houdt. Daardoor
heerst er in de vochtlade, afhankelijk van
de vulling, een luchtvochtigheid tot 95 %.
Dit bewaarklimaat is ideaal voor vers
fruit, sla, groente, kruiden
of paddenstoelen.
Aanwijzingen
■
■
Geschikt om vers te koelen:
In de verskoellade:
Afb. 1/18
■
In de vochtlade:
Afb. 1/20
■
■
Koudegevoelig fruit (bijv. ananas,
bananen, papaja en citrusvruchten) en
groente (bijv. aubergines,
komkommers, courgettes, paprika,
tomaten en aardappels) dienen voor
een optimaal behoud van kwaliteit en
aroma buiten de koelkast bewaard te
worden op een temperatuur van circa
+8 °C tot +12 °C.
Afhankelijk van de hoeveelheid en het
soort bewaarde levensmiddelen kan
zich condenswater vormen in de
vochtlade. Condenswater verwijderen
met een droge doek.
Vis, zeevruchten, vlees, worstwaren,
melkproducten, kant-en-
klaarmaaltijden
Groente (bijv. worteltjes, asperges,
selderie, look, rode bieten,
champignons, koolsoorten zoals
broccoli, bloemkool, spruitjes,
koolrabi)
Sla (bijv. veldsla, ijsbergsla, witlof,
kropsla)