OPLADEN
• Laad de accu alleen op met de door de fabrikant geleverde lader en volgens foto [2.4].
• Laad niet op met de oplader van een sigarettenaansteker.
• De oplader heeft een LED-indicator. De rode LED-kleur geeft aan dat de accu wordt opgeladen. Wanneer de accu volledig
opgeladen is, verandert de LED naar groen.
•
Als gedurende de behandeling het rode controlelampje op de apparatuur gaat branden, betekent dit dat de accu bijna leeg
is en weer opgeladen moet worden.
• Sluit de oplader alleen binnenshuis aan, op een droge plaats en buiten het bereik van kinderen. Laad op in een omgeving
met een temperatuur tussen 5°C en 45°C , <65% relatieve luchtvochtigheid.
• Gebruik de oplader niet in een omgeving met explosiegevaar.
• Sluit de oplader nooit aan of ontkoppel hem niet met vochtige handen.
• Stop het opladen wanneer het niet binnen de aangegeven tijd voltooid is.
OPSLAG
• Bewaar op een schone, droge plaats, zonder bijtende gassen en uit de buurt van direct zonlicht en extreme hitte of kou.
We raden aan op te slaan in een omgeving tussen 10°C en 25°C met een relatieve vochtigheidsgraad onder 65% RH.
Nooit bij temperaturen boven 60°C.
• Gedurende lange opslag raden we aan de accu om de 6 maanden op te laden.
• Bewaar buiten het bereik van kinderen.
VEILIGHEID
• Gebruik de speciaal daarvoor bestemde accu's.
• Gebruik geen accu's die beschadigd zijn of die gewijzigd werden.
• Stel de accu niet bloot aan vuur of extreme temperaturen.
• Laat de accu niet achter in de auto of gelijkaardige plaatsen waar de temperatuur 60°C kan bereiken, laad of gebruik de
accu daar niet.
• Stel de accu niet bloot aan water of hoge luchtvochtigheid.
• Open de accu nooit.
• Laat een lekkage van de accuvloeistof niet in aanraking komen met uw huid of ogen. Wanneer dat toch gebeurt, reinig
dan met koud water en neem onmiddellijk contact met uw dokter.
• Plaats de accu niet naast metalen voorwerpen zoals sleutels, munten, schroeven,... die kortsluiting tussen de klemmen
kunnen veroorzaken.
• Sluit de accuklemmen niet met opzet kort met een metalen voorwerp.
• Als een accuklem vuil is, veeg hem dan schoon met een droge doek voor u de accu gebruikt. Nooit met een metalen voorwerp.
• Vervang de accu wanneer de laadtijd veel lager is dan gebruikelijk.
Voer niet-bruikbare accu's af door ze af te leveren bij een erkend afvalverzamelpunt.
7
TABEL VOOR OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
GEÏDENTIFICEERD PROBLEEM
De motor start niet.
De accu laadt niet op of
de autonomie ervan is
verminderd.
De motor werkt, maar
spuit niet
TE VERIFIËREN PUNTEN
De schakelaar is uitgeschakeld.
De accu is niet aangesloten.
De accu is leeg.
Controleer of de pomp of de elektronica beschadigd zijn.
De oplader is de originele oplader en werkt correct.
Lees het hoofdstuk over opladen van de accu.
De accu is oud. De levensduur loopt ten einde
(levensduur van accu <65% van nominaal)
De accu is nieuw
Reinig het hydraulische circuit
UIT TE VOEREN ACTIES
Zet de schakelaar in de werkpositie
Sluit de accu aan
Herlaad de accu
Neem contact met de distributeur
Vervang de oplader als hij niet werkt
Vervang de accu
Neem contact met de distributeur
Zet het apparaat op tafelhoogte en plaats de
hendel op een lagere hoogte, met het apparaat
ingeschakeld en de hendel geactiveerd. Houd
deze positie een paar seconden aan