6. Netwerkconfi guratie
De luidspreker wordt via WLAN met het netwerk verbonden De WiFi-antenne van
de luidspreker ontvangt de signalen van de netwerkrouter.
6.1. Vereiste netwerkeigenschappen
Het netwerk moet over de volgende eigenschappen beschikken om het apparaat in
staat te stellen toegang tot muziekbestanden in het netwerk te krijgen:
•
De voor het netwerk gebruikte router moet voorzien zijn van een DHCP-
serverfunctie zodat de computer of een ander apparaat in het netwerk
automatisch een IP-adres kan worden toegewezen.
Stel de DHCP-functie anders in de webinterface in op handmatig.
7. Netvoeding aansluiten
Sluit de stekker van de meegeleverde adapter (model HB40-1801800SPA) aan op
de DC-aansluiting van het apparaat.
7.1. Luidspreker inschakelen
Om de stroomvoorziening in te schakelen, schakelt u het apparaat in met de
schakelaar ON/OFF op de achterkant.
Het bedrijfslampje licht rood op en de luidspreker bevindt zich in stand-by.
Druk kort op de toets
Het bedrijfslampje brandt wit als de luidspreker al met een WLAN is verbonden. Als
de luidspreker nog niet met een WLAN is verbonden, knippert het bedrijfslampje
wit.
7.2. Actieve modus
Houd de toets
actieve modus te zetten.
Het bedrijfslampje brandt rood. In de actieve modus houdt de luidspreker de
netwerkverbinding intact zodat deze direct beschikbaar is zodra de luidspreker
opnieuw wordt ingeschakeld.
7.3. Luidspreker uitschakelen
Om de luidspreker uit te schakelen, schakelt u het apparaat uit met de
schakelaar ON/OFF op de achterzijde.
Het bedrijfslampje gaat uit.
8. Eerste ingebruikname
•
Plaats de luidspreker bij de eerste ingebruikname zo dicht mogelijk bij de router
om tijdens de configuratie een storingsvrij WLAN-signaal te waarborgen. Plaats
de luidspreker vervolgens binnen het bereik van het WLAN-signaal.
56
/MODE om de luidspreker in te schakelen.
/MODE ca. 3 seconden ingedrukt om de luidspreker in de