manuals and user guides at all-guides.c
GELIJKSTROOM:
Stroom wordt gemeten door een onderbreking in het circuit te
maken en daar de testpennen op te plaatsen.
Schakel ALTIJD de spanning van het test-object uit alvorens er
een onderbreking gemaakt wordt en neem NOOIT de
testpennen zomaar los van de schakeling zonder deze weer
eerst spanningsloos te maken.
1.
2.
3.
4.
5.
Bij stromen groter dan 200 mA maar kleiner dan 10 ampère
dient de rode testpen in de 10A ingangsbus geplugd te worden
en dient de bereiken schakelaar in de positie 10 A= gezet te
worden.
Verbind de rode testpen met de V/ Ω /mA ingangsbus voor
stromen beneden 200mA; verbind de zwarte testpen met
de COM ingangsbus.
Selecteer met de functie schakelaar een van de A =
meetbereiken; begin bij een onbekende stroom altijd in
het hoogste bereik.
Verbind de testpennen met de gemaakte onderbreking.
Schakel de spanning in en meet de stroom; lees de
waarde af op het display.
Schakel de voeding van het meetobject uit alvorens de
testpennen los te nemen.
3