Komfovent C5.1 Manuel D'installation Et D'utilisation page 193

Het aantal koelbatterijen met directe verdamping moet vooraf worden
voorzien.
2.7.4. Omkering van werking direct verdampingssysteem
Er is een mogelijkheid om de werking van de koelbatterijen met directe verdamping om te keren, m.a.w. om de
koelbatterij naar verwarmingsmodus om te zetten. Desgevallend volstaat een bediening met 3 stappen. Er zijn
bedieningsaansluitingen DX3 voorzien voor aansluiting van het koelomkeersignaal "Verwarming" (Afb. 1.3 b).
De optie voor omkering van de functie van het direct verdampingssy-
steem moet op voorhand worden voorzien.
2.8. FAQ
Als de unit niet werkt:
• Zorg ervoor dat de unit verbonden is met het elektriciteitsnet.
• Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar (als die in de unit zit) aan staat.
• Inspecteer alle zekeringen van de automatische besturing. Vervang indien noodzakelijk alle doorgebrande
zekeringen door nieuwe met dezelfde elektrische parameters hebben (de afmetingen van de zekeringen
zijn aangeduid op het aansluitschema).
• Ga na of er een foutmelding komt op het bedieningspaneel. Als er sprake is van een panne, dan moet die
allereerst verholpen worden. Om die te verhelpen, moet u de tabel volgen.
• Als er niets af te lezen valt op het bedieningspaneel, ga dan na of de kabel die het bedieningspaneel met
de unit verbindt beschadigd is.
2.8 Tabel. Type foutmelding zoals aangeduid op het bedieningspaneel, mogelijke oorzaken en oplossingen
Foutmelding
Als de unit gedurende 12 maanden onafgebroken
Service of onderhoud
in bedrijf is geweest, verschijnt deze mededeling
nodig
automatisch.
Toevoerdebiet te laag Te hoge weerstand in het ventilatiesysteem.
Afvoerdebiet te laag Te hoge weerstand in het ventilatiesysteem.
VAV-kalibratie mislukt Druksensoren zijn niet aangesloten of defect.
Vervang filter toevoerlucht De filter voor toevoerlucht is vervuild.
Vervang filter afvoerlucht De filter voor afvoerlucht is vervuild.
De elektrische batterij is uitgeschakeld wegens
Elektrische batterij uit
een te laag debiet.
Tijdelijke modus, die kan worden geactiveerd door
Service mode
de service monteur.
Temperatuursensor voor De temperatuursensor voor toevoerlucht is niet
toevoerlucht defect aangesloten of defect.
Temperatuursensor voor De temperatuursensor voor de afvoerlucht is niet
afvoerlucht defect aangesloten of defect.
Tempratuursensor voor
De temperatuursensor voor de buitenlucht is niet
buitenluchttemperatuur
aangesloten of defect.
defect
Temperatuursensor afvo- De temperatuursensor voor afvoerlucht is niet
erlucht defect aangesloten of defect.
Panne watertemperatuur- De watertemperatuursensor is niet aangesloten
sensor of defect.
Temperatuur retourwater De temperatuur van het retourwater uit de batterij
te laag ligt onder de minimumwaarde.
Intern brandalarm Brandgevaar in de unit.
UAB Amalva behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
C5.1-16-03-v1
All manuals and user guides at all-guides.com
Mogelijke oorzaak Te volgen procedure
Na het afkoppelen van de hoofdvoeding van de unit,
moet er een onderhoud uitgevoerd worden waarbij
de werking en status van de warmtewisselaar, bat-
terijen en ventilatoren worden nagezien.
Controleer de drukleiding, dempers en filters en zorg
dat er geen belemmeringen zitten in het ventilatiesys-
teem.
Controleer de drukleiding, dempers en filters en
zorg dat er geen belemmeringen zitten in het ven-
tilatiesysteem.
Controleer de verbindingen of, in geval van defect,
vervang de druksensoren.
Schakel de unit uit en vervang de filter.
Schakel de unit uit en vervang de filter.
Zodra de batterij is afgekoeld, zal deze automa-
tisch resetten. Het wordt aanbevolen het mini-
mumdebiet te verhogen.
De service mode wordt uitgeschakeld door de
waarschuwing simpelweg te verwijderen.
Controleer de verbindingen of, in geval van defect,
vervang de sensor.
Controleer de verbindingen of, in geval van defect,
vervang de sensor.
Controleer de verbindingen van de sensor of, in
geval van defect, vervang de sensor.
Controleer de verbindingen of vervang de sensor.
Controleer de verbindingen of, in geval van defect,
vervang de sensor.
Controleer de werking van de CV-pomp, warmwater-
bron en servomotor van de mengklep.
Controleer het ventilatiesysteem. Vind de oorzaak
van de hoge temperatuur in de unit.
193