GEBRUIKSINSTRUCTIES
Vóór elk gebruik moeten de hulpstukken zorgvuldig worden gecontroleerd om te vermijden dat stof, afzettingen, klonters of
vloeistoffen in de verbindingsslangen of in de beker en de sluitdop aanwezig zijn. Ze moeten bovendien gereinigd worden
volgens de aanwijzingen die in de paragraaf "REINIGING, ONTSMETTING, DESINFECTIE EN STERILISATIE" staan. Een persoonlijk
gebruik van de hulpstukken, opvangbekers en verbindingsslangen is aanbevolen om gevaar voor besmetting te vermijden.
Instructies voor het gebruik van het afzuigapparaat op de patiënt:
1. Verbind de hulpstukken en raadpleeg hiervoor het "VERBINDINGSSCHEMA" op de omslag.
LET OP: de antibacteriële en antivirale filter is tevens waterafstotend en dient dus ook als secundaire beveiliging om de
vloeistoffen tegen te houden die accidenteel niet door de primaire beveiliging, aanwezig in het deksel van de opvangbeker,
worden tegengehouden.
Volg onderstaande instructies voor een correcte assemblage:
Zijde voor aansluiting op het stopcon-
tact VACUÜM (12) van de opvangbe-
ker
2. Steek de voedingskabel (17) in een elektrisch netstopcontact dat overeenkomt met de spanning van het apparaat en
trek de stekker na afloop van het gebruik van het apparaat uit het stopcontact. Dit stopcontact moet zo geplaatst zijn
dat het niet moeilijk is de afsluiting van het elektriciteitsnet tot stand te brengen.
3. Stel het apparaat in werking via de schakelaar (2). Verlies hierbij niet uit het oog dat het apparaat is ontworpen voor continu
gebruik op een horizontaal oppervlak, voorwaarde voor een correcte werking van de veiligheidsvoorziening (10) die zal ver-
mijden dat vloeistof in de zuigpomp terecht komt. Zet het apparaat op een geschikte afstand van de muur om een gepaste
motorkoeling toe te staan.
4. Om de afzuiging te vereenvoudigen kan de gewenste vacuümwaarde (bar) via de vacuümregelaar (4) worden ingesteld.
Door de knop met de wijzers van de klok mee te draaien, wordt de vacuümwaarde groter, door hem tegen de wijzers van de
klok in te draaien wordt de vacuümwaarde kleiner; deze waarden kunnen op de "vacuümmeter" (3) worden afgelezen. Voor
een snellere afzuiging en een gemakkelijkere reiniging wordt aangeraden ongeveer 400 ml water in de beker (9) te doen.
5. Zet een vinger op de opening van de manuele besturing van de zuigflow (15) en activeer met pulsen om de afzuiging op de
patiënt via de canule te starten (NIET BIJ HET HULPMIDDEL MEEGELEVERD).
6. Schakel na de behandeling het apparaat uit.
7. Koppel de aansluitslangen los en sluit indien nodig de uitgangen "PATIËNT" en "VACUÜM" af met de dopjes 13a -13b.
Plaats tijdens het zuigen de dopjes 13a en 13b op de bevestigingsankers 13d en 13c.
8. Verwijder de stekker en leeg en reinig de beker en de verbindingsslangen.
13b
13d
Zijde voor aansluiting op het stopcontact
LUCHTINGANG (INLET) (5) van de afzuiger
13c
13a
13b
30
TEKST:
Lato aspiratore- Aspirator side
13a