nld
Vertaling van de originele handleiding
Fig. 1 ROLLER'S Centro S1
Fig. 2 ROLLER'S Centro S3
Fig. 3 ROLLER'S Centro S2/3,5
Fig. 4 Handbediend droogboren met aanboorhulp
Fig. 5 Plugbevestiging van de boorstandaard in beton met slaganker
Fig. 6 Plugbevestiging van de boorstandaard in metselwerk met stutanker
(ankerschalen)
Fig. 7 Typeplaatje ROLLER'S Centro S3
Fig. 8 Typeplaatje ROLLER'S Centro S2/3,5
Fig. 9 1) Toerentalinstelling voor ROLLER'S Centro SR
2) Beton Ø mm
3) Metselwerk Ø mm
4) Metselwerk n ¹/min
5) Schakelmechanisme
6) Regelelektronica
Fig. 1 – 12
1 Boorzuil
2 Geleidingsslede
4 Bedieningshendel
5 Stelbouten
6 Grondplaat
7 Sleuf
8 Imbusbout
10 Spanhoek
11 Aandrijfas
12 Tegenhouder (geïsoleerde
handgrepen)
13 Spanhals
14 Deksel
15 Watertoevoervoorziening
16 Veiligheidsschakelaar PRCD
controlelamp
17 Veiligheidsschakelaar PRCD
toets RESET
18 Veiligheidsschakelaar PRCD
toets TEST
19 Veiligheidsschakelaar PRCD
20 Motorgreep (geïsoleerde
handgrepen)
21 Schakelaar
22 Adapter
23 Slaganker
24 Zetijzer
25 Draadstang
26 Schijf
27 Snelspanmoer
28 Stutanker
29 Spankop
30 Contramoer
31 Schroeven
32 Vleugelschroef
33 Draadspindel
34 Cilinderkopschroef
Algemene veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING
Alle voorschriften lezen. Fouten bij de inachtneming van de onderstaande voor-
schriften kunnen elektrische schokken, brand en / of ernstige ongevallen veroorzaken.
Het hierna volgende begrip „elektrisch apparaat" heeft betrekking op via het stroomnet
werkende elektrische gereedschappen (met stroomkabel), op machines en op
elektrische apparaten. Gebruik het elektrische apparaat alleen waarvoor het bedoeld
is en met inachtname van de algemene veiligheids- en ongevalpreventievoorschriften.
VOLG DEZE VOORSCHRIFTEN GOED OP.
A) Werkplek
a) Houdt uw werkplek schoon en opgeruimd. Rommelige en onverlichte werk-
plekken kunnen tot ongevallen leiden.
b) Werk met het elektrische apparaat niet in explosiegevaarlijke omgeving,
waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden. Elektrische
apparaten veroorzaken vonken, die stoffen of dampen kunnen ontsteken.
c) Houdt kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het elektrische
apparaat op afstand. Bij afleiding kunt u de controle over het apparaat verliezen.
B) Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrische apparaat moet in het stopcontact
passen. De stekker mag in geen geval veranderd worden. Gebruik geen
adapterstekker in combinatie met een geaard elektrisch apparaat. Originele
stekkers en passende stopcontacten verkleinen het risico op elektrische schokken.
Is het apparaat met een veiligheidsschakelaar uitgerust, dan mag het alleen op
een beveiligd stopcontact aangesloten worden. Gebruik het elektrische apparaat
op bouwplaatsen, in vochtige omgeving, buiten of in vergelijkbare situaties
uitsluitend via een 30 mA aardlekschakelaar (Fl-schakelaar) op het net.
b) Vermijdt lichamelijk contact met geaarde oppervlaktes, zoals van buizen,
All manuals and user guides at all-guides.com
37 Schroeven
38 Afstandshouderset
39 Schakelgreep
40 Steunen
41 Slangaansluiting
42 Afdekplaat
43 Dichtring
44 Waterafzuigvoorziening
45 Gummischijf
46 Zuigrotor
47 Boorkronenaansluiting UNC 1¼
en G ½
48 Diamantkernboorkroon
49 Aanboorhulp
50 Boorkronenverlenging
51 Waterdrukreservoir
52 Schroeven
53 Geleiding
54 Ontkoppelingsring
55 Slijpsteen
56 Nivelleerblok
57 Instelschijf
58 Laser-boormiddenaanwijzer
59 Bevestigingsschroef voor
aardleiding
60 Draadgat
61 Beugel
62 Snelspanset 160
63 Snelspanset 500
64 Boorsjabloon ROLLER'S
Boorstandaard T
65 Hardmetalen steenboor Ø 15 mm
SDS-plus
66 Hardmetalen steenboor Ø 20 mm
SDS-plus
67 Vacuümpomp
radiatoren, haarden en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico op een
elektrische schok, als uw lichaam geaard is.
c) Houdt het apparaat van regen of vochtigheid vandaan. Het indringen van
water in een elektrisch apparaat verhoogt het risico op een elektrische schok.
d) Gebruik de kabel niet voor doeleinden waarvoor het niet bedoeld is, b.v.
om het apparaat te dragen, op te hangen of om de stekker uit het stopcon-
tact te trekken. Houdt de kabel verwijderd van hitte, olie, scherpe kanten,
of zich bewegende apparaatonderdelen. Beschadigde of verwikkelde kabel
verhoogt het risico op een elektrische schok.
e) Als u buiten werkt met een elektrisch apparaat, gebruik dan uitsluitend een
verlengkabel die daarvoor geschikt is. Met een geschikte verlengkabel
vermindert u het risico op een elektrische schok.
C) Veiligheid van personen
Deze apparaten zijn niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief
kinderen) met fysieke, zintuiglijke of geestelijke beperkingen of met een
gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze daarbij onder toezicht staan van
een persoon die voor hun veiligheid instaat of door deze in het gebruik van
het apparaat werden geïnstrueerd. Kinderen moeten worden gecontroleerd,
om te garanderen dat ze niet met het apparaat spelen.
a) Wees opmerkzaam op wat u gaat doen, en ga met verstand aan het werk
met een elektrisch apparaat. Gebruik het elektrisch apparaat niet, wanneer
u moe bent of onder invloed van drugs, alcohol of medicamenten staat.
Een moment van onoplettendheid bij gebruik van hert apparaat kan tot ernstige
ongevallen leiden.
b) Draag persoonlijke beschermingsmiddelen en altijd een veiligheidsbril. Het
dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals stofmasker, slipvaste
veiligheidsschoenen, veiligheidshelm of gehoorbeschermers, al naar gelang het
elektrische apparaat, vermindert het risico op ongevallen.
c) Vermijdt onbedoeld inschakelen. Wees er zeker van dat de schakelaar in
de positie „uit" staat, voordat de stekker in het stopcontact gestoken wordt.
Wanneer u bij het dragen van het elektrische apparaat uw vinger op de schake-
laar heeft of het apparaat ingeschakeld op het stroomnet aansluit, kann dit tot
ongevallen leiden. Zet nooit een tipschakelaar vast.
d) Verwijder instelgereedschappen of sleutels, voordat u het elektrisch gereed-
schap inschakelt. Een gereedschap of sleutel, dat zich in een draaiend appa-
raatdeel bevindt, kan voor verwondingen zorgen. Grijp nooit in bewegende
(draaiende) delen.
e) Overschat uzelf niet. Zorg voor een veilige stand en behoudt altijd uw
evenwicht. Daardoor kunt u in onverwachte situaties beter controle houden over
het apparaat.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen wijde kleding of sieraden. Houdt haren,
kleding en handschoenen vewijderd van bewegende delen. Losse kleding,
sieraden of lange haren kunnen door bewegende delen gegrepen worden.
g) Wanneer stofafzuig- en opvanginstallaties gemonteerd kunnen worden,
vergewis u er van dat deze aangesloten zijn en juist gebruikt worden. Het
gebruik van deze installaties vermindert gevaren door stof.
h) Laat alleen geschoolde personen met het apparaat werken. Jeugdigen mogen
alleen met het apparaat werken, indien zie boven 16 jaar zijn, wanneer dit voor
het bereiken van hun opleidingsdoel noodzakelijk is en wanneer zij onder toezicht
staan van een vakkracht.
D) Zorgvuldige omgang met en gebruik van elektrische gereedschappen
a) Overbelast het elektrisch apparaat niet. Gebruik voor uw werk het daarvoor
bestemde elektrische apparaat. Met het geschikte elektrische apparaat werkt
u beter en veiliger in het aangegeven capaciteitsbereik.
b) Gebruik geen elektrisch apparaat waarvan de schakelaar defect is. Een
elektrisch apparaat, dat zich niet meer in- of uit laat schakelen, is gevaarlijk en
moet gerepareerd worden.
c) Haal de stekker uit het stopcontact, voordat u apparaatinstellingen verricht,
accessoires wisselt of het apparaat weglegt. Deze veiligheidsmaatregel
voorkomt onbedoeld starten van het apparaat.
d) Berg ongebruikte elektrische apparaten buiten de reikwijdte van kinderen
op. Laat personen het elektrische apparaat niet gebruiken, die hiermee niet
vertrouwd zijn of deze voorschriften niet gelezen hebben. Elektrische appa-
raten zijn gevaarlijk, wanneer deze door onervaren personen gebruikt worden.
e) Onderhoudt het elektrische apparaat met zorg. Controleer of bewegende
apparaatdelen probleemloos functioneren en niet knellen, of delen gebroken
of zo beschadigd zijn, dat het functioneren van het elektrisch apparaat
beïnvloed wordt. Laat beschadigde delen voor gebruik van het elektrische
apparaat door gekwalificeerd vakpersoneel of door een geautoriseerde
ROLLER servicewerkplaats repareren. Veel ongevallen hebben hun oorzaak
in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.
f) Houdt snijgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden
snijgereedschap met scherpe snijkanten knellen minder en laten zich gemak-
kelijk bedienen.
g) Zorg dat het werkstuk vaststaat. Gebruik spanklemmen of een bankschroef
om het werkstuk vast te houden. Het wordt daardoor veiliger vastgehouden als
met de hand, en u heeft bovendien beide handen vrij om het elektrische apparaat
te bedienen.
h) Gebruik het elektrische apparaat, accessoires, hulpgereedschappen enz.
conform deze voorschriften en zo, zoals het voor het specifieke gereed-
schap voorgeschreven is. Neem daarbij de arbeidsvoorwaarden en de uit
te voeren werkzaamheden in acht. Het gebruik van elektrische apparaten voor
andere als de bedoelde toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden. Iedere
eigenhandige wijziging aan een elektrische apparaat is uit veiligheidsoverwegingen
niet toegestaan.
nld