AFBEELDINGEN
1.
Temperatuurregelaar
2.
Stoomregelaar
3.
Stoompijp
4.
Peil
5.
Thermostaatlampje
6.
Reservoir
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
•
Verwijder alle labels, stickers en verpakkingsmateriaal van het strijkijzer en de zoolplaat.
•
Maak u geen zorgen als het strijkijzer in het begin een beetje rookt. Dat zal ophouden tijdens het
gebruik.
•
Strijk een oude lap katoen om de zoolplaat te reinigen.
AUTOMATISCH UITSCHAKELEN
Als u gedurende 8 minuten niet aan de stoomtrekker trekt, zal de automatische uitschakelfunctie van het
strijkijzer geactiveerd worden. Het strijkijzer piept en het temperatuurlampje knippert om aan te geven
dat het zich in de automatische uitschakelfunctie bevindt. Om de automatische uitschakelfunctie te
annuleren, drukt u aan de stoomtrekker. Houd er rekening mee dat uw strijkijzer tijd nodig heeft om
opnieuw op te warmen tot de geselecteerde temperatuur. Wacht tot het temperatuurlampje niet meer
knippert voordat u verder gaat strijken.
VULLEN
U kunt leidingwater gebruiken. Heeft u echter te maken met hard water, dan kunt u beter gedistilleerd
water gebruiken (gebruik geen chemische ontkalkt water)
Wanneer u gedistilleerd water koopt, controleer dan of deze geschikt is voor gebruik in strijkijzers.
1.
Verwijder het reservoir door het weg te trekken van het centraal deel van het stoomstation met
behulp van de greep aan de voorkant van het reservoir.
Vul het reservoir tot de markering max. Overschrijd de markering max niet.
2.
3.
Plaats het reservoir terug in de basisunit.
VOORLOPIGE INSTELLINGEN
1.
Plaats het strijkijzer op de basisunit.
2.
Steek de stekker in het stopcontact.
3.
Schakel het apparaat in, door de aan-uitknop op I te zetten.
4.
Draai de temperatuurregelaar naar de gewenste instelling naast de markering. Het thermostaatlampje
knippert tot het strijkijzer de gewenste temperatuur heeft bereikt. Zodra de temperatuur is bereikt, zal
het lampje blijven branden.
5.
Gebruik de stoomregelaar om de gewenste hoeveelheid stoom te selecteren ( m= laag, l= medium
h = hoog).
OVERZICHT VOOR DE JUISTE TEMPERATUURINSTELLING
1.
Controleer de symbolen van de stof (i j k l).
2.
Strijk eerst de kledingstukken die een lage temperatuur nodig hebben, dan die op middelmatige
temperatuur en eindig met de kledingstukken die een hoge temperatuur nodig hebben.
3.
Draai de temperatuurregelaar naar de gewenste instelling naast de markering.
Wanneer de labelaanduiding verschilt van dit overzicht, volg dan de labelaanduiding.
7.
Stoompijpklem
8.
Kabelopbergruimte
9.
Antikalkpatroon (in reservoir)
10. Aan-uitschakelaar
11. Waarschuwingslamp/resetknop
12. Stoomregelaar
16