7. Signalering
7 Signalering
Uitvoering
WNM.RN.R.IO
WNM.RN.CC.IO
WNM.RN.CR.IO
WNM.RN.EC.IO
46 / 88
3. Schroef de antenne op de FME-bus (alleen draad-
loze uitvoeringen).
4. Controleer of de stroomverzorging overeenkomt
met de technische gegevens (zie
vens [
47]
).
}
5. Sluit de netwerkkabel resp. de RS-485-kabel aan.
6. Vervolgens verbindt u met de stroomverzorging.
De LED brandt groen.
9
7. Neem de RouterNode in gebruik met de WaveNet
Manager en de LSM.
LSM geeft de netwerk-ID aan (Group-ID/
9
Member-ID) in het venster "WaveNet beheren".
RouterNode gebruiksklaar.
9
Signalering
Knipperen, ~1,5 Hz
(groene LED)
Knipperen (groene
LED)
Permanent branden
(rode LED)
RouterNode (GatewayNode)
Technische gege-
Betekenis
Klaar voor ontvangst.
Gegevensoverdracht.
Softwareprobleem.
Probleem met de
voedingsspanning.
Hardwareproblee
m.
NL