OBJ_BUCH-250-001.book Page 67 Monday, August 14, 2006 10:17 AM
Het vereiste aantal zaagbewegingen is afhankelijk van
het materiaal en de werkomstandigheden en kan
proefsgewijs worden vastgesteld.
Geadviseerd wordt om het aantal zaagbewegingen te
verminderen als het zaagblad op het werkstuk wordt
geplaatst en bij het zagen van kunststof en aluminium.
Ingebruikneming lasermodule
(PST 800 PEL/PST 900 PEL)
Richt de laserstraal niet op personen of die-
ren en kijk zelf niet in de laserstraal, ook niet
vanaf een grote afstand.
Om de laser in te schakelen, drukt u boven op de
schakelaar 19 („on").
Om de laser uit te schakelen, drukt u onder op de
schakelaar 19 („off").
Schakel de laser onmiddelijk na elk gebruik
weer uit. Bij het omgaan met de lasermodule (apart
of gemonteerd) kunt u door de laserstraal verblind
worden.
Verwijder de lasermodule van het elektrische
gereedschap wanneer u het elektrische ge-
reedschap stationair gebruikt of een werkstuk
van onderen zaagt. Bij deze werkzaamheden kunt
u gemakkelijk door de laserstraal verblind worden.
Na ca. 10 minuten gebruiksduur wordt de laser auto-
matisch uitgeschakeld.
Tips voor de werkzaamheden
Gebruik bij het bewerken van kleine of dunne
werkstukken altijd een stabiele ondergrond
of een zaagtafel (toebehoren).
Lasermodule (PST 800 PEL/PST 900 PEL)
Het gebruik van het elektrische gereedschap is aan te
raden wanneer u langs een reeds gemarkeerde zaaglijn
wilt zagen. Plaats de lasermodule 20 op het elektrische
gereedschap (zie „Lasermodule aanbrengen of verwij-
deren") en volg bij het zagen de gemarkeerde zaaglijn
met de laserlijn.
Bij het zagen onder ongunstige omstandigheden (bij-
voorbeeld fel zonlicht) kunt u de zichtbaarheid van de
laserlijn door het gebruik van de laserbril 26 (toebeho-
ren) verbeteren.
Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril. De
laserbril dient voor het beter herkennen van de
laserstraal, maar biedt geen bescherming tegen de
laserstralen.
Gebruik de laserbril niet als zonnebril en niet
in het verkeer. De laserbril biedt geen volledige
bescherming tegen ultravioletstralen en vermindert
de waarneming van kleuren.
2 609 932 567 • 14.8.06
All manuals and user guides at all-guides.com
Zaagbladendepot (zie afbeelding A)
In het zaagbladendepot 6 kunt u vier zaagbladen met
een lengte tot 110 mm bewaren. Leg de zaagbladen
met de enkelnokkenschacht (T-schacht) in de daarvoor
voorziene uitsparing van het zaagbladendepot. Er kun-
nen twee zaagbladen boven elkaar liggen.
Sluit het zaagbladendepot en duw het tot aan de aan-
slag in de uitsparing van de voetplaat 7.
Invallend zagen (zie afbeelding H)
Gebruik voor invallend zagen alleen korte zaagbladen.
Invallend zagen is alleen mogelijk met een verstekhoek
van 0°.
Zet het elektrische gereedschap met de voorste rand
van de voetplaat 7 op het werkstuk, zonder dat het
zaagblad 14 het werkstuk aanraakt, en schakel het in.
Kies het maximale aantal zaagbewegingen bij elektrisch
gereedschap met een regeling van het aantal zaagbe-
wegingen. Duw het elektrische gereedschap stevig
tegen het werkstuk en laat het zaagblad langzaam in
het werkstuk invallen.
Zodra de voetplaat 7 met het hele oppervlak op het
werkstuk ligt, zaagt u langs de gewenste zaaglijn verder.
Parallelgeleider met cirkelsnijder (toebehoren)
Voor werkzaamheden met de parallelgeleider met cir-
kelsnijder 34 (toebehoren) mag de dikte van het werk-
stuk maximaal 30 mm bedragen.
Parallel zagen (zie afbeelding I): Draai de vastzet-
schroef 33 los en duw de schaalverdeling van de paral-
lelgeleider door de geleiding 32 in de voetplaat. Stel de
gewenste zaagbreedte als schaalverdelingswaarde
aan de binnenkant van de voetplaat in. Draai de vastzet-
schroef 33 vast.
Cirkels zagen (zie afbeelding J): Plaats de vastzet-
schroef 33 aan de andere zijde van de parallelgeleider.
Duw de schaalverdeling van de parallelgeleider door de
geleiding 32 in de voetplaat. Boor een gat in het midden
van de uitsparing die u in het werkstuk wilt zagen. Steek
de centreerpunt 35 door de inwendige opening van de
parallelgeleider en in het geboorde gat. Stel de radius
als schaalverdelingswaarde aan de binnenkant van de
voetplaat in. Draai de vastzetschroef 33 vast.
Koel- en smeermiddel
Bij het zagen van metaal dient u vanwege de verwar-
ming van het materiaal langs de zaaglijn koel- resp.
smeermiddel aan te brengen.
Alleen zachte materialen als hout en gipskar-
ton mogen invallend worden gezaagd.
Nederlands | 67