ACHTERPANEEL
1.
AUX ingang (RCA)
CD, DVD-spelers, Tape en
2.
Line ingang (RCA)
CD, DVD-players, Tape en
3.
MIC ingang
Sluit microfoon aan op deze Jack 6.35mm connectoren
4.
Zone 3 uitgang (RCA)
Sluit deze uitgang aan op een versterker, actieve luidsprekers of een lichtstuurtafel.
5.
Zone 2 uitgang (RCA)
Sluit deze uitgang aan op een versterker, actieve luidsprekers of een lichtstuurtafel.
6.
Zone 1 uitgang (gebalanceerd)
Sluit deze uitgang aan op een versterker, actieve luidsprekers of een lichtstuurtafel.
7.
Master (gebalanceerd)
Sluit deze uitgang aan op een versterker, actieve luidsprekers of een lichtstuurtafel.
8.
USB Poort
Deze connectoren ontvangen audiosignaal vanaf aangesloten computer.
9.
Aan/Uit schakelaar
10. Net entree
Gebruik de meegeleverde IEC voedingskabel om de mixer met wandcontactdoos te verbinden.
WINDOWS CONFIGURATIE
1. Zet de computer en de PDZM700 aan.
2. Gebruik een USB-kabel om de PDZM700 met de USB poort
van de computer te verbinden.
3. Windows zal onmiddellijk uw mengpaneel herkennen als een
'USB Audio Device "of" USB Audio Codec "en zal automatisch alle
benodigde systeemcomponenten installeren. Om het systeem
audio-instellingen in Windows te wijzigen, moet u toegang krijgen
tot de geluiden en audioapparaten eigenschappen. De eerste keer
dat u de mixer aan te sluit op uw computer, zal de mixer
automatisch worden toegewezen: als de standaard of
"aangewezen" apparaat voor het afspelen van geluid op uw
computer. Alle geluiden van uw computer zal nu worden
verzonden naar de een USB-kanaal van het mengpaneel.
Opmerking: als u beide USB-poorten op uw computer hebt
aangesloten, zullen de poorten in de aansluitvolgorde worden
genummerd. Bijvoorbeeld, als u USB-A als eerste aansluit, zal
USB A verschijnen als "USB Audio Codec" en USB B zal
verschijnen als "USB Audio Codec (2)".
Tip: Als windwows systeem geluiden (piepjes en bliepjes)
weergeeft via de PDZM700, raden wij u aan om dit uitschakelen
via tabblad geluid. We raden het uitschakelen van scriptie door te
klikken op de tab en geluid.
andere lijnniveau-apparaten kunnen worden aangesloten op connectoren.
andere lijnniveau-apparaten kunnen worden aangesloten op connectoren.
8