Makita RP0910 Manuel D'instructions page 25

Toerentalregelknop (Fig. 5)
Voor RP1110C
U kunt de snelheid van het gereedschap veranderen
door de toerentalregelknop te draaien en in te stellen op
een cijfer van 1 tot 5.
De snelheid wordt hoger wanneer de snelheidsregelaar
in de richting van 5 wordt gedraaid. De snelheid wordt
lager wanneer de snelheidsregelaar in de richting van 1
wordt gedraaid.
Zo kunt u optimale freesprestaties krijgen door in te stel-
len op het toerental dat het best geschikt is voor het te
snijden materiaal en voor de diameter van de freeskop.
De tabel toont de verhouding tussen de cijfers op de
regelknop en de geraamde snelheid van het gereed-
schap.
Cijfer
1
2
3
4
5
LET OP:
• De toerentalregelknop kan niet verder dan 5 en niet ver-
der terug dan 1 worden gedraaid. Probeer niet om hem
met geweld verder dan 5 of 1 te draaien, aangezien de
toerentalregelfunctie daardoor ontregeld kan raken.
INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens enig
werk aan het gereedschap uit te voeren.
Het bit aanbrengen en verwijderen (Fig. 6 en 7)
LET OP:
• Breng het bit stevig aan. Gebruik altijd de steeksleutel
die bij het gereedschap werd geleverd. Een loszittend
of te strak vastgezet bit kan gevaarlijk zijn.
• Draai de spantangbout niet vast zonder dat een bit in
de spankop is aangebracht. Dit kan leiden tot het afbre-
ken van de spantangkegel.
Steek het bit zo ver mogelijk in de spantangkegel. Druk
op de asblokkering zodat het bit niet meedraait en zet de
spantangbout stevig vast met de steeksleutel.
Een spantangkegel van 8 mm of 6,35 mm is in de fabriek
op het gereedschap gemonteerd. Als u bovenfreesbits
met een andere diameter gebruikt, gebruikt u de juiste
maat spantangkegel voor het bit dat u wilt gebruiken.
Om het bit te verwijderen volgt u de procedure voor het
aanbrengen in de omgekeerde volgorde.
BEDIENING
LET OP:
• Controleer voordat u het gereedschap bedient of het
gereedschap automatisch omhoog komt tot aan de
bovenste begrenzing, en het bit niet uitsteekt tot onder
de voet van het gereedschap nadat de vergrendelknop
is losgezet.
Zet de gereedschapsvoet op het werkstuk zonder dat de
freeskop het werkstuk raakt. Schakel het gereedschap in
en wacht totdat de freeskop op volle toeren draait. Breng
het gereedschapslichaam omlaag en schuif het over het
werkstukoppervlak naar voren, ervoor zorgend dat de
gereedschapsvoet vlak blijft. Beweeg het gereedschap
langzaam naar voren totdat de snede is voltooid.
Wanneer u randen snijdt, moet het werkstukoppervlak
zich aan de linkerzijde van de freeskop in de voedings-
richting bevinden. (Fig. 8)
OPMERKINGEN:
• Controleer of de stofgeleider juist geïnstalleerd is.
• Wanneer u het gereedschap te snel naar voren
beweegt, kan de kwaliteit van de snede slechter zijn, of
kan de freeskop of de motor beschadigd raken. Wan-
neer u het gereedschap te langzaam beweegt, kan de
–1
min
snede verbranden of mislukken. De juiste voedings-
snelheid hangt af van de maat van de freeskop, het
8 000
soort werkstuk en de snijdiepte. Het is aan te raden dat
u een proefsnede maakt op een stuk afgedankt tim-
12 000
merhout alvorens u het werkstuk zelf snijdt. Daardoor
16 000
kunt u vaststellen hoe de snede er zal uitzien en kunt u
ook de afmetingen controleren.
20 000
• Wanneer u de rechte geleider gebruikt, moet u deze
24 000
aan de rechterzijde in de voedingsrichting monteren.
De geleider zal dan vlak blijven met de zijkant van het
werkstuk. (Fig. 9)
Rechte geleider (Fig. 10, 11 en 12)
Gebruik de rechte geleider om rechte sneden te krijgen
wanneer u schuine randen of groeven snijdt.
Om de rechte geleider te installeren, steekt u de gelei-
derstangen in de gaten in de gereedschapsvoet. Stel de
afstand tussen de freeskop en de rechte geleider af.
Draai de vergrendelschroef bij de gewenste afstand vast
om de rechte geleider op zijn plaats vast te zetten.
Bij het snijden moet u het gereedschap met de rechte
geleider vlak tegen de zijkant van het werkstuk naar
voren bewegen.
Indien de afstand tussen de zijkant van het werkstuk en
de snijpositie te groot is voor de rechte geleider, of indien
de zijkant van het werkstuk niet recht is, kan de rechte
geleider niet worden gebruikt. In dat geval moet u een
rechte plank stevig vastklemmen aan het werkstuk en
deze tegen de routerfreesvoet drukken om hem als een
geleider te gebruiken. Beweeg het gereedschap in de
richting van de pijl.
Sjabloongeleider (Accessoire) (Fig. 13, 14 en 15)
In de sjabloongeleider zit een gat waar het bit doorheen
steekt, waardoor het mogelijk wordt de bovenfrees met
een sjabloon te gebruiken.
Om de sjabloongeleider te monteren, draait u de bouten
in de zool van het gereedschap los, steekt u de sjabloon-
geleider erdoor, en draait u tenslotte de bouten weer aan.
Bevestig de sjabloon aan het werkstuk. Plaats het
gereedschap op de sjabloon en beweeg het gereed-
schap door de sjabloongeleider langs de zijkant van de
sjabloon te schuiven.
OPMERKING:
• De uitgesneden patronen in het werkstuk zijn iets smal-
ler dan die van de sjabloon. Dit komt vanwege de
afstand (X) tussen het mes en de buitenkant van de
sjabloongeleider. Deze afstand (X) kunt U als volgt
berekenen:
Afstand (X) = (middellijn van sjabloongeleider – middel-
lijn van mes) / 2
25