4.1.4 De watertoevoer aansluiten
C
De watertoevoerdruk die vereist is om het product te laten werken bevindt zich tussen 1 en 10 bar (0,1 – 10 MPa). Er dient
10-80 liter water per minuut uit de kraan te stromen om uw machine vlot te laten werken. Bevestig een reduceerklep indien
de waterdruk te hoog is.
Als u uw product met dubbele watertoevoer gebruikt als enkele (koud) watertoevoereenheid, moet u voor het product te laten
werken de meegeleverde stop installeren in de warmwaterinlaatklep. (Van toepassing op de producten met meegeleverde
blinde stopgroep.)
A
OPGELET:
het wasgoed beschadigd of schakelt het product over op de beveiligingsmodus en werkt het niet.
OPGELET:
veroorzaken.
Sluit de met het product meegeleverde speciale waterslangen aan op de waterinlaten op
het product. Rode slang (links) (max. 90 ºC) is voor warmwatertoevoer, blauwe slang (rechts)
(max. 25 ºC) is voor koudwatertoevoer.
Zorg dat de heet- en koudwaterkranen juist zijn aangesloten als het product wordt
geïnstalleerd. Anders kan het wasgoed zeer warm zijn aan het einde van het wasproces en
verslijten.
4.1.5 De afvoerslang aansluiten op de afvoer
• Bevestig het uiteinde van de afvoerslang rechtstreeks op de waterafvoer, wasbak of badkuip.
A
OPGELET:
verbrandingsgevaar door hoge wastemperaturen! Om dergelijke situaties te voorkomen en te zorgen dat de machine zonder
enige problemen water inneemt en wegpompt, moet de afvoerslang goed vastgezet worden.
• Om te voorkomen dat het afvoerwater terug in de machine loopt en makkelijke afvoer te garanderen, moet
het uiteinde van de slang niet in het afvoerwater worden ondergedompeld en niet meer dan 15 cm in de
afvoer worden gestoken. Als deze te lang is, kort hem dan in.
• Het uiteinde van de slang mag niet gebogen zijn, er mag niet op worden gestapt en de slang mag niet
geklemd zijn tussen de afvoer en de machine.
• Als de slang te kort is, gebruik deze door een originele verlengslang toe te voegen. De slang mag niet
langer zijn dan 3,2 m. Om defecten door waterlekken te vermijden, moet de aansluiting tussen de
verlengslang en de afvoerslang van het product goed geplaatst zijn met een geschikte klem zodat deze niet
loskomt en lekt.
8 / FL
Modellen met enkele watertoevoer mogen niet worden aangesloten op de warmwaterkraan. In dat geval raakt
Gebruik geen oude of gebruikte watertoevoerslangen op uw nieuwe product. Dit kan vlekken op uw wasgoed
1
Draai de moeren van de slang met de hand vast. Gebruik nooit een
moersleutel wanneer u de moeren vastdraait.
2
Als de slangaansluiting voltooid is, controleert u of er
lekkageproblemen zijn bij de aansluitpunten door de kranen volledig
te openen. Als er lekken zijn, draai de kraan dan dicht en verwijder
de moer. Draai de moer opnieuw zorgvuldig vast nadat u de dichting
gecontroleerd hebt. Houd de kranen van het product dicht als het
niet wordt gebruikt om waterlekkage en daaruit voortvloeiende
schade te voorkomen.
Uw vloer zal overspoelen als de slang uit zijn behuizing geraakt tijdens het afvoeren van water. Er is bovendien
• Sluit de afvoerslang aan op minimaal 40 cm en
maximaal 100 cm hoogte.
• In het geval de afvoerslang omhoog gebracht wordt
nadat ze op grondniveau of dichtbij de grond lag (minder
dan 40 cm boven de grond), kan de waterafvoer moeilijker
worden en het wasgoed drijfnat uit de machine komen.
Volg daarom de hoogtes die in de afbeelding staan
vermeld.
Wasmachine / Gebruiker Handleiding