Toshiba MMK-AP0073H Manuel D'installation page 196

SMMS High-Wall Type
10
ELEKTRICITEITSWERKEN
WAARSCHUWING
1. Zorg ervoor dat u de aangeduide kabels
zorgvuldig verbindt en vastzet als u ze
gebruikt, zodat de externe spanning op de
kabels de verbinding van de aansluitingen
niet belast.
Slechte aansluiting of bevestiging kan brand
enz. veroorzaken.
2. Zorg ervoor dat de aardingsdraad is
aangesloten. (aarding)
Onvolledige aarding kan elektrische schokken
veroorzaken.
Sluit geen aardingsdraden aan op een gas- of
waterleiding, een bliksemafleider of de
aardingsdraad van het telefoonnet.
3. Het toestel moet worden geïnstalleerd
volgens de nationaal geldende
bedradingsvoorschriften.
Een stroomkring met onvoldoende capaciteit of
slechte installatie kan elektrische schokken of
brand veroorzaken.
• Bij slechte of onvolledige bedrading zal er een
elektrische brand of rook ontstaan.
• Installeer altijd een aardlekschakelaar die niet
geactiveerd wordt door piekspanningen.
Als er geen aardlekschakelaar is geïnstalleerd,
kunnen elektrische schokken ontstaan.
• Gebruik altijd de meegeleverde
snoerklemmen.
• Beschadig of bekras de geleidende ader en de
inwendige isolatie van de voedings- en
besturingskabels niet bij het strippen ervan.
• Gebruik een netsnoer en verbindingskabel met
de voorgeschreven diameter, van het
voorgeschreven type en met de
voorgeschreven beveiligingen.
• Sluit de voedingskabel (220–240 V) nooit aan
op de klemblokken (
voor de regelbedrading.
(Anders werkt het systeem niet.)
VEREISTE
• Volg bij het bekabelen van de stroomtoevoer
altijd de lokale voorschriften van het land.
• Volg bij het bekabelen van de stroomtoevoer
van de buitenunits de Installatiehandleiding van
elke buitenunit.
15-NL
LET OP
, , , , enz.)
A B
• Leid de bedrading zodanig om dat deze niet in
contact komt met de hete leiding.
Daardoor kan de beschermde laag smelten en
kunnen er ongelukken gebeuren.
• Plaats een stoomafsluiter nadat u de kabels
hebt aangesloten op de aansluitingsblokken en
maak de kabels vast met de snoerklem.
• Installeer de koelmiddelleidingen en de
besturingskabels in dezelfde montagegoot.
• Schakel de stroom van de binnenunit pas in
nadat de koelmiddelleidingen volledig vacuüm
zijn gezogen.
– 195 –
Installation Manual