D10155A
22 Dt / 30 Dt / 40 Dt
Ventilatiekanalen voor warme lucht van het verwarmingstoestel
Het is belangrijk om de juiste loop van het kanaal en de locaties van de luchtroos-
ters te plannen. Het is goed om het verwarmingstoestel zo dicht mogelijk te plaat-
sen bij de ruimte die verwarmd wordt. Vermijd het gebruik van scherpe bochten in
de kanalen en houd bochten in het algemeen tot een minimum beperkt.
Luchtafvoerkanalen
Verwarmde lucht wordt verspreid door de boot met 3410 ø 75 mm luchtslang.
Meerdere luchtafvoerkanalen kunnen worden geïnstalleerd door de toevoeging van
3413 ø 75 mm 3-weg verdelers die naar verschillende locaties leiden. Alle aan-
sluitingen van luchtslangen op 3-weg verdelers en van luchtslangen op roosters
moeten worden vastgeklemd.
De 3411 luchtroosters zijn instelbaar voor de richting en stroom en gelegen op elk
eindpunt van een luchtslang. Het is belangrijk dat er voldoende doorstroming is
toegestaan door de geïnstalleerde roosters om de temperatuur van het verwar-
mingstoestel te handhaven (beperken). Om dit te garanderen, zal voor sommige
toepassingen de instellingsklep van de rooster in de grotere verwarmde ruimte
worden verwijderd. Te veel weerstand in de ventilatiekanalen (te veel gesloten
kleppen) kan er toe leiden dat het verwarmingstoestel oververhit raakt en zich
uitschakelt.
Als het verwarmingstoestel voornamelijk gebruikt zal worden met thermostaat
bediening, moet het bedieningspaneel bevestigd worden in de grootste verwarmde
ruimte. Om warmteverlies te minimaliseren, kunnen eventuele lange trajecten van
ventilatiekanalen en/of trajecten van ventilatiekanalen in ruimtes die niet verwarmd
hoeven te worden, worden geïsoleerd met behulp van 3412 isolatie. Isolatie dichter
bij het verwarmingstoestel zal meer doeltreffend zijn dan alleen isolatie aan de
uiteinden van de ventilatiekanalen.
Inlaatluchtkanalen en samengestelde lucht
Het verwarmingstoestel kan lucht voor verwarming gebruiken (samengestelde
lucht) van ofwel de verwarmde ruimte (retourlucht) of van buiten de boot (verse
lucht). In de meeste gevallen is een combinatie van beide de beste keuze. De
bovenste van de 2 x ø 75 mm aanzuigluchtkanalen moet geïnstalleerd worden om
verse lucht van buiten op te nemen en de lagere - voor verse lucht van binnen de
boot. Aanzuigluchtroosters met grill 4411 moeten geïnstalleerd worden aan het be-
gin van de inlaatkanalen om te voorkomen dat vreemde voorwerpen binnendringen
Verwarmingstoestel installaties in dieselmotorruimten moeten voor-
zien zijn van inlaatluchtkanalen die verse lucht van buiten, retourlucht
uit de verwarmde cabine of beide brengen. Het verwarmingstoestel
mag NOOIT samengestelde lucht aanzuigen vanuit de motorruimte.
in het verwarmingstoestel. Bescherm de buitenste grill tegen spatwater, sproeiwa-
ter, etc. Als de aanzuiglucht genomen zal worden van dezelfde ruimte waarin het
verwarmingstoestel geïnstalleerd is, dan is er geen noodzaak voor de inlaatlucht-
kanalen, maar beschermende roosters met grill moeten aanwezig zijn. Er moet een
ventilatie opening van minimaal 100 cm2 (16 vierkante inch) zijn in de ruimte waar
het verwarmingstoestel geïnstalleerd is.
Trajecten van de ventilatiekanalen
Om een laag stroomverbruik mogelijk te maken, is de kracht van de blower be-
perkt. Het is belangrijk dat de diameters van ventilatiekanalen en luchttoevoer
openingen zo groot mogelijk zijn.
Er moet een ventilatie opening van minimaal 100 cm2 (16 vierkante
inch) zijn in de ruimte waar het verwarmingstoestel geïnstalleerd is.
Installatie
- 232 -
nl
490526C