4.5.2 Configuratie met kamerbedieningstoestel Funk Display (verv.)
Nr.
Parameter
031
Paswoord bedieningsblokkering
040
Externe sensor aan het RBG
aangesloten
060
Correctie reële waardemeting
110
Werkrichting schakeluitgang
115
Gebruik verlaging ingang
120
Eenheid temperatuuraanduiding
Configuratie pomp
130
Pompenuitgang
131
Pompensoort
132
Voorlooptijd van de pomp
133
Nalooptijd van de pomp
134
Werkrichting schakeluitgang
135
Minimum looptijd
136
Minimum stilstandtijd
Configuratie Change Over functionaliteit / ketelrelais
140
Functie relais ketel / CO-uitgang
141
Voorlooptijd
142
Nalooptijd
143
Werkrichting schakeluitgang
160
Vorstbeschermingsfunctie
Beschrijving
PIN vastleggen, wanneer par. 30 op geactiveerd geplaatst 0000..9999
Aanmelden van een bijk. sensor voor het opstelen van
de vloertemperatuur (FBH), de kamertemperatuur of het
dauwpunt
Opstellen van de reële temperatuur met een correctiefactor
voorzien
Omschakeling NC en NO aandrijvingen (enkel globaal)
Omschakeling tussen gebruik van ECO-ingang voor verla-
ging of de vakantiefunctie van het KBT.
Via het kamerbedieningstoestel kan de vakantiefunctie niet
meer geactiveerd worden, wanneer deze parameter op 1
geplaatst werd.
Omstelling van de aanduiding tussen graden Celsius en
graden Fahrenheit
Sturing van een lokale (op verdeler) of globale (verwar-
mingsinstallatie) circulatiepomp gebruiken.
Selectie van de gebruikte pomp:
Conventionele Pomp (KP)/ Hoogefficiënte-Pomp (HP)
Tijdsduur die verloopt vanaf het tijdstip van een aanvraag
van één van de schakeluitgangen tot het inschakelen van
de pomp.
Tijdsduur die verloopt vanaf het tijdstip van het uitschakelen
van de schakeluitgangen tot het uitschakelen van de pomp.
Bij gebruik van het pompenrelais als stuuruitgang kan de
werkrichting omgekeerd worden
De minimum looptijd geeft aan hoe lang de HP dient te
lopen tot zij weer uitgeschakeld mag worden
Hoogefficiënte pomp: De pomp mag enkel afgeschakeld
worden wanneer een minimum stilstandtijd gewaarborgd
kan worden.
Selectie of de schakeluitgang voor de aansturing van een
pompenrelais of als CO-pilot moet dienen
Voorlooptijd ketelrelais bij conv. pomp
Nalooptijd ketelrelais bij conv. pomp
Bij gebruik als stuuruitgang kan de relaisfunctie omgekeerd
worden.
Aansturing van de schakeluitgangen bij T
Eenheid
Geen sensor=0
Dauwpuntsen.=1
Temp FBH=2
Temp kamer=3
-2,0...+2,0 K
in 0,1-stappen
NC=0 / NO=1
ECO=0
Vakantie=1
°C=0
°F=1
lokaal=0
globaal=1
K=0
HP=1
[min]
[min]
normaal=0
omgekeerd=1
[min]
[min]
Boiler=0
CO-pilot=1
[min]
[min]
normaal=0
omgekeerd=1
<x°C
Gedesactiveerd=0
ist
Geactiveerd=1
DEU
ENG
FRA
NDL
ITA
ESP
75