Een gemiddelde instelling is
over het algemeen het meest
geschikt.
De exacte instelling moet
echter worden gekozen
rekening houdend met het feit
dat de temperatuur in het
apparaat afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur
• hoe vaak de deur geopend
wordt
• de hoeveelheid voedsel die
wordt bewaard
• de plaats van het apparaat
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Het plaatsen van de
deurplateaus
Om het bewaren van
voedselverpakkingen van verschillende
afmetingen mogelijk te maken, kunnen de
schappen op verschillende hoogtes
worden geplaatst.
1. Trek het schap enigszins omhoog
totdat het loskomt.
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
LET OP! Als de
omgevingstemperatuur hoog is
of als het apparaat volledig
gevuld is en de
thermostaatknop op de koudste
instelling staat, kan het
apparaat continu werken,
waardoor er ijs op de
achterwand gevormd wordt. In
dat geval moet de knop op een
hogere temperatuur gezet
worden om automatische
ontdooiing mogelijk te maken
en zodoende het
energieverbruik te beperken.
Verplaatsbare legrekken
De wanden van de koelkast zijn voorzien
van een aantal glijschoenen zodat de
schappen op de gewenste plaats gezet
kunnen worden.
Verwijder de glasplaat boven
de groentelade niet om een
goede luchtcirculatie te
garanderen.
Indicatielampje voor
temperatuur
Voor de juiste bewaring van het voedsel is
de koelkast uitgerust met een
temperatuurlampje. Het symbool op de
zijkant van het apparaat duidt het koudste
deel van de koelkast aan.
Als OK wordt weergegeven (A), plaatst u
het verse voedsel in het gedeelte dat
wordt aangegeven door het symbool. Zo
7