Voor u de pomp installeert, is het raadzaam om te controleren of de impedantie van het elektrisch circuit dat
de warmtepomp aandrijft niet meer bedraagt dan 0,042 Ω.
Neem indien nodig contact op met uw elektriciteitsleverancier om de impedantie van uw installatie te weten te
komen.
Kan de elektriciteitsleverancier geen oplossing voorstellen, dan kan dit bij het opstarten van de warmtepomp
tot kleine spanningsverliezen leiden op de elektrische installatie.
De druk in het watercircuit mag niet meer bedragen dan 2 bar.
Installatie
Plaatsing
Plaats van de installatie
Het toestel moet buiten worden geïnstalleerd op meer dan 2 m van het zwembad in overeenstemming
met de geldende reglementering (NF C 15 100).
Installeer het toestel op een horizontaal, stabiel en hard oppervlak (eventueel op een betonnen sokkel).
Houd 1 m (minstens 30 cm) vrije ruimte voor de verticale luchtinlaatroosters (aan de achterkant van de pomp) en 3 m
aan de uitlaat van de ventilator (aan de voorkant van de pomp) op een ruimte waarvan alle obstakels werden
verwijderd.
Zorg ervoor dat de pomp de afgevoerde lucht niet opnieuw kan aanzuigen.
Voorzie in voldoende ruimte zodat u de temperatuur makkelijk kan regelen.
Voor een optimale installatie
Zorg ervoor dat de lucht niet in de richting van een geluidsgevoelige ruimte (bv. een slaapkamerraam) wordt afgevoerd
wordt.
Zet de pomp op een oppervlak dat geen trillingen doorgeeft aan de woning.
Zet de pomp niet onder een boom en uit de buurt van opspattend water of modder aangezien dit het onderhoud zou
kunnen bemoeilijken.
Om de prestaties van de pomp te verbeteren, is het raadzaam om de leidingen tussen de warmtepomp en het zwembad
thermisch te isoleren, vooral als deze afstand erg groot is.
Luchtinlaat: ideaal: 1
m / min. 30 cm
Luchtuitlaat:
ideaal: vrij / min. 3 m
- 78 -