Lees dit aandachtig door voordat u het rek in gebruik neemt
Belangrijke aanbevelingen
Maximumcapaciteit van de fietsendrager : 30kg voor 2 fiesten. ( ten strengste verboden voor elektrische fietsen )
− Wij vestigen uw aandacht op het feit dat een slechte installatie of een slecht gebruik gevaarlijke gevolgen kan hebben voor uzelf en voor anderen en uw verantwoordelijkheid kan inroepen.
− Voor uw veiligheid en die van anderen en om te vermijden dat uw verantwoordelijkheid ingeroepen zou worden, verzoeken wij u om aandachtig de diverse aanbevelingen door te lezen die we voor u opgesteld
hebben om u te helpen; deze aanbevelingen zijn niet beperkend en stellen u er niet van vrij om de elementaire regels van voorzichtigheid en gezond verstand in acht te nemen.
− Bewaar deze aanbevelingen voor het gebruik in uw wagen en laat ze lezen door elke persoon die deze fietsendrager vermoedelijk zal installeren of die met de wagen zal rijden als de fietsendrager
al aangekoppeld is. Ze maken integraal deel uit van de montagehandandleiding.
LADEN VAN DE FIETSEN
Behoud en gebruik de riemen en perfecte staat. Gebruik ze niet voor andere doeleinden of met andere spangespen.
− Controleer of alle delen van de vervoerde fietsen goed gespannen zijn,. Accessoires of afneembare uitrustingen moeten van de vervoerde fietsen verwijderd worden (bus, afneembare verlichting, pomp, enz.)
om het verlies ervan te vermijden.
− De capaciteit van de lading achteraan moet nageleefd worden volgens het toegelaten gewicht dat hierboven aangegeven wordt (45kg).
− De fietsen moeten correct over de fietsendrager verdeeld worden, op een compacte manier en zo dicht mogelijk tegen de wagen. Het zwaartepunt van het geheel moet zich zo laag mogelijk bevinden, zonder dat
de fietsen de grond mogen raken bij het nemen van een hindernis (verkeersdrempel,...).
− De lasten die over de uiteinden van de fietsendager steken, moeten voldoen aan de geldende reglementeringen en moeten behoorlijk vastgemaarkt zijn. Het is aan de gebruiker om de normen na te leven
van het land waarin hij rijdt. Bv : In Frankrijk bijvoorbeeld mag de beladig in totaal niet breder zijn dan 2,5m.
− Zorg ervoor dat u de banden van de fietsen niet te dicht bij de uitgang van de uitlaat plaatst. De warme uitlaatgassen zouden de banden kunnen beschadigen.
− Latte geen riemen "vlotten" in de wind.
− Maak de fietsen steeds vast met behulp van de riemen op het geraamte van uw fietsendrager.
− Controleer of geen enkel metalen deel van uw fietsendtrager in contact kan komen met her koetswerk.
− De kentekenplaat en de lichten moeten zichtbar blijven. Indien nodig een volledige signalisatieplaat met lichten installeren. Vergewis u ervan dat uw plaat voldoet aan de wegcode.
− Het is raadzaam om de fietsendtrager na elk gebruik te verwijderen om geen voetganger of een verstooide automobilist te verrassen.
− Houd en onderhoud de fietsendrager in goede staat, berg hem behoorlijk op de riemen op.
GEDRAG
− Controleer bij elk gebruik voor de start en geregeld tijdens het traject of alles nog goed vast zit (schroeven en wieltjes). De bevestiging indien nodig terug aantrekken.
OPGELET : uw wagen is langer en breder. Houd daar rekening mee bij uw manoeuvres.
Rijd voorzichtig en matig uw sneilheid : elke last die achter de wagen vervoerd wordt, beïnvloedt zijn rijgedrag (bochten, zijwind, wegbekleding, achteruitrijden, scherpe bocht, enz.).
− De fietsendrager niet gebruiken op sterk onregelmatige parcours of wegen: de hevige schokken zouden uw fietsendrager en uw wagen kunnen beschadigen(110 km/h max).
U bent enige verantwoordelijkheid in geval van een verkeerd gebruik of bij veronachtzaming van de instructies.
Als u ondanks alle voorzorgsmaatregelen die werden voorzien bij het ontwerpen van dit product, toch een probleem zou ondervinden, aarzel dan niet om contact op te nemen met onze dienst Aftersales.
Van maandag tot donderdag: van 8u00 tot 17u00 en op vrijdag van 8u00 tot 15u00.
1 Plaatsing van de fietsdrager
Controleer of de klemgreep open is, indien dit niet het geval, raadpleeg dan hoofdstuk 3 "Ontgrendeling van de klemgreep en beveiliging". Het is aanbevolen de armen
naar onder geplooid te houden, zodat de volgende stappen gemakkelijk kunnen worden uitgevoerd. Plaats de fietsdrager op de trekhaak zoals hierboven wordt afgebeeld.
2 Vastklemmen op de koppelingskogel
Houd de fietsdrager verticaal, en beweeg de klemgreep zoals weergegeven op de rechterafbeelding hierboven. U moet een bepaalde weerstand ondervinden voor een
optimaal klemresultaat. Hiertoe moet de fietsdrager worden geregeld door de drukschroef aan te halen. Het aandraaimoment moet gelijk zijn aan 40 kg.
Let op: voer deze regeling uit met de klemgreep in open positie. De stelschroef is voorzien van een boord, zodat u ze handmatig kunt aanhalen. In bepaalde gevallen
kan de regeling enigszins meer inspanning vergen, gebruik indien nodig een mannelijke zeskantsleutel #8.
3 Ontgrendeling van de klemgreep & beveiliging
Wanneer de klemgreep is aangespannen, voorkomt een beveiligingsveer dat hij terug vrijkomt. De klemgreep wordt vrijgegeven door de beveiligingsveer
naar boven te verplaatsen (afbeelding A). De veer kan ook vergrendeld worden (afbeelding B), voor een grotere veiligheid en bescherming tegen diefstal.
4 De armen uitvouwen
Aandraaimoment van de regelknop = 8 N.m. Breng de armen naar omhoog en bevestig ze door de regelknop met twee zijstukken vast te draaien.
5 Plaatsing van de fietsen
Plaats de zwaarste fiets het dichtst bij de auto. Plaats elke fiets op het overeenstemmende paar kokers van schuimplastic. De fietsen moeten worden geblokkeerd
met de zadelbuis (afbeelding C). Bevestig de fietsframes door de rubberen riempjes strak aan te halen. Plaats de fietsen met de voor− en achterzijde afgewisseld.
Het is aanbevolen dat de ketting van de eerste fiets zich aan de achterzijde van de fietsdrager bevindt, zoals weergegeven op afbeelding C.
6 Bevestiging van de banden
U hebt drie riemen ter beschikking: A, B en C −zoals weergegeven op de afbeelding hiernaast− en een metalen gesp. Bevestig A en B met een lus aan de boom van
de fietsdrager, zoals hieronder wordt afgebeeld. Voeg beide uiteinden samen nadat ze door elk fietswiel zijn gehaald. Plaats het vrije uiteinde in de metalen gesp van riem A.
Houd rekening met de richting (zie afbeelding D). Trek de riem hard aan.
7 Bevestiging van het frame
Haal riem C doorheen de metalen gesp. Bevestig riem C aan de boom zoals hierboven wordt afgebeeld. Druk de laatste fiets zoveel mogelijk tegen de auto aan,
en span de riem op deze fiets aan.
8 De fietsdrager neerklappen
Aandraaimoment = 8 N.m. Om de fietsdrager neer te klappen, moet de draaiknop bovenaan de boom worden opengedraaid tot er geen grip meer is,
til vervolgens de draaiknop naar boven om de fietsen neer te kunnen laten. Om het geheel terug in positie te plaatsen, moet de boom terug verticaal worden gezet,
en moet de draaiknop volledig tot aan het einde terug worden vastgedraaid. OPGELET: schroef de draaiknop volledig terug vast (aandraaimoment 8 Nm)
9 De klemgreep neerklappen
Om uw kofferruimte te openen kan de klemgreep worden losgekoppeld. Til hiertoe het bovenste gedeelte van de greep naar boven en draai het tegen de richting van
de wijzers van de klok in. De klemgreep kan vervolgens worden neergeklapt en oefent geen klemkracht meer uit.
Opgelet: vergeet niet om de klemgreep terug in de oorspronkelijke positie te plaatsen wanneer de kofferruimte terug dicht is.
CONA009P4RA 11−171