ALGEMENE VLIEGTIPS:
• Zet het model altijd op een vlakke ondergrond. Een schuin vlak kan het startgedrag
van het model onder bepaalde omstandigheden negatief beïnvloeden.
• Beweeg de regelaars altijd langzaam en met gevoel.
• Houd het model altijd in het oog, kijk niet naar de zender!
• Beweeg de liftkrachtregelaar weer een beetje naar beneden zodra het model
loskomt van de grond. Pas de liftkrachtregelaar aan om de vlieghoogte te handhaven.
• Beweeg de liftkrachtregelaar iets naar boven als het model teveel daalt.
• Beweeg de liftkrachtregelaar weer iets naar beneden als het model teveel stijgt.
• Het is vaak al genoeg om de richtingsregelaar een heel klein beetje in de gewenste
richting te tikken om een bocht te maken. De eerste keren dat met het model wordt
gevlogen, heeft men meestal de neiging de regelaars te heftig te bedienen. Beweeg
de regelaars altijd langzaam en voorzichtig, in geen geval snel en schokkerig.
• Beginners kunnen na het afstellen van de trim het best eerst de beheersing van de
liftkrachtregelaar oefenen.
Het model hoeft aanvankelijk niet per se rechtuit te vliegen. Het is beter om eerst te
proberen een constante hoogte van ongeveer een meter boven de grond te handhaven
door de liftkrachtregelaar steeds kortstondig aan te raken. Oefen daarna pas met het
naar links en rechts sturen van het model.
ACCUTOESTAND:
• Wanneer de aandrijving van het model minder krachtig begint te worden, is de accu bijna
leeg. Land op tijd om te voorkomen dat het model neerstort.
Als de rotorbladen van het model beschadigd raken, moeten deze vervangen
worden. Ga als volgt te werk:
9A Draai de schroef in het midden van het rotorblad tegen de klok in los.
9B Pak het defecte rotorblad met twee vingers en trek het voorzichtig naar boven eraf.
9C Breng het nieuwe rotorblad aan op de as en draai de bevestigingsschroef voorzichtig
met de klok mee vast. Voorzichtig: draai de schroef niet te vast aan, omdat de
schroefdraad anders onherstelbaar beschadigd kan raken.
9D Let er bij het monteren van het rotorblad op, dat er rechtsdraaiende (A) en links-
draaiende (B) rotorbladen zijn.
36
AANWIJZINGEN VOOR VEILIG VLIEGEN
9 DE PROPELLERS VERVANGEN