A
C
B
instelbare maximumwaarde van de thermostaatkop. Om schade aan de vloerconstructie door overtemperatuur te
vermijden, kan de doelwaarde van de voorlooptemperatuur op de thermostaatkop beperkt en vergrendeld worden.
Daarvoor eerst de doelwaarde instellen en bij lopend gebruik van de plaatverwarming controleren op de
thermometer. Als deze correct is, één van de grendels (fig.7_B) direct voor en achter de markeringspijl (fig.7_C)
plaatsen.
Bovendien kan de doelwaarde door een bijkomende verstelbeveiliging (accessoire: SE 148 GA) beschermd worden
tegen ongewenste bediening.
7. WERKING VAN HET VERDELER-REGELSTATION
Het mengventiel van het regelstation is als proportionele regeling uitgevoerd en wordt gestuurd via een
thermostaatkop met capillaire buis en sensorelement aan de verwarmingscircuit-voorloop. Afwijkingen van de
doelwaarde hebben onmiddellijk een verandering van de ventielopening tot gevolg, zodat de hoeveelheid heet water,
die uit het ketelcircuit wordt geïnjecteerd, gewijzigd wordt. De geïnjecteerde waterhoeveelheid wordt vermengd met
het terugloopwater uit het verwarmingscircuit en houdt op die manier de voorlooptemperatuur binnen nauwe
temperatuurgrenzen constant.
8. TECHNISCHE GEGEVENS / MATERIALEN
Toegelaten omgevingstemperatuur:
Toegelaten bedrijfstemperatuur van de
media:
Max. bedrijfsdruk:
Regelbereik voorlooptemperatuur:
Nominaal warmtevermogen:
Bedrijfsspanning:
Armaturen:
Pijpdelen:
Kunststoffen:
Platte dichtingen:
O-ringen:
1) Informatie van de pompbeschrijving resp. de MoB moeten ook in acht worden genomen
2) Het instelbereik van de voorlooptemperatuur kan door een verstelbeveiliging (accessoire: SE 148 GA) beschermd worden tegen ongewenste
bediening.
MuB_10019872_FRG3020-F_(NL)
V
-
LOER
VOORLOOPTEMPERATUUR INSTELLEN
De voorlooptemperatuur kan traploos ingesteld worden tussen 20 en 70 °C. Het
instelhandwiel van de thermostaatkop beschikt over een schaalindeling van 1 - 7
(fig.7_A). De vereiste doeltemperatuur vindt u in de tabel:
1
20 °C
6.2.
B
EPERKING VAN DE VLOER
Normaliter worden voor plaatverwarmingen geen voorlooptemperaturen hoger
Fig.7
dan 50 °C gebruikt. De systeemtemperatuur is vaak aanzienlijk lager dan de
0...40 °C
0...80 °C
6 bar
20...70 °C
ca. 14 kW
230 V – 50 Hz
messing Ms 58
messing Ms 63 of edelstaal
slag- en temperatuurbestendig
AFM 34 resp. EPDM
EPDM
2
3
28 °C
37 °C
45 °C
-
VOORLOOPTEMPERATUUR
1)
1)
2)
Technische wijzigingen voorbehouden
4
5
6
53 °C
62 °C
NL
7
70 °C
Pagina 5