BEHEER VAN HET SYSTEEM
1. Geheugen volledig wissen (alle gebruikerscodes verwijderen)
2. Mastercode instellen
3. Gebruikerscode plaatselijk opslaan
4. Gebruikerscode op afstand opslaan
5. Gebruikerscode plaatselijk verwijderen
Het maximale aantal apparaten die op één interface aangesloten kunnen worden is beperkt tot drie.
(*)
Als er meerdere apparaten DKSTPT of DKSDUALT op de interface aangesloten zijn moeten zij ieder met een ander apparaat-adres geconfigureerd worden.
1. Geheugen volledig wissen.
- Blijf op de interface langer dan 4 seconden op beide knoppen P1 - P2 drukken.
- ijdens het volledig wissen van het geheugen (circa 3 seconden) blijven de leds L1 en L2 aan. De zoemer B1 geeft een geluidssignaal af. Laat de knoppen los.
2. Mastercode instellen (hiermee is het mogelijk om op afstand toegang te krijgen tot de interface en de gebruikerscodes te programmeren).
Interface:
- Verplaats de jumper J5 op de interface naar positie 2, blijf daarna minstens 2 seconden op de knop P1 drukken.
- De zoemer B1 zal een geluidssignaal afgeven en gedurende deze procedure zal de led L1 langzaam knipperen en zal de led L2 oplichten.
- De opslagprocedure van de mastercode zal worden geactiveerd met een maximale tijd van 30 seconden.
Werking van het codetableau DKS250T - DKSDUALT:
- Toets de gekozen numerieke code in op het codetableau om toegang te krijgen tot de functies (max. 6 cijfers)
en druk op bevestigen " ". De interface zal ter bevestiging een geluidssignaal afgeven.
Werking van de transponderlezer DKSTPT:
Het is mogelijk om maximaal 5 master tags/cards te onthouden om op afstand toegang te krijgen tot de
interface en de gebruikerscodes te programmeren.
- Verplaats de dips S1 op de interface volgens de tabel om de geheugenlocatie te kiezen.
- Houd de tag/card voor de transponderlezer. De interface zal ter bevestiging een geluidssignaal afgeven.
Indien u een ongeldige mastercode heeft ingegeven zal de interface 5 opeenvolgende pieptonen laten horen.
6. Gebruikerscode op afstand verwijderen
7. Gebruikerscode activeren
8. Transponderlezer DKSTPT (*) instellen
9. Codetableau DKSDUALT (*) instellen
10. Interface DKS1000R instellen
55
dip 1 dip 2
dip 3
dip 4
geheugen
ON
OFF
OFF
OFF
locatie 1
OFF
ON
OFF
OFF
locatie 2
OFF
OFF
ON
OFF
locatie 3
OFF
OFF
OFF
ON
locatie 4
ON
ON
ON
ON
locatie 5