NL
Gebruik
De ruimte voorbereiden
OPGELET!
■
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer in een ruimte gebruikt, observeer het
dan, om eventuele obstakels weg te kunnen nemen, zodat het apparaat de hele
ruimte op effectieve wijze kan reinigen.
•
Ontdoe de vloer van rondslingerende voorwerpen die verstrikt zouden kunnen raken
in de mond (13), of die het apparaat tijdens het reinigen zouden kunnen hinderen.
Laat vooral geen plastic zakken op de vloer liggen.
•
Zorg ervoor, dat het apparaat niet in aanraking komt met kabels, koorden of franjes,
bijv. van gordijnen of tafellakens.
•
Verwijder alle voorwerpen die zouden kunnen worden omgestoten (bijv. vazen, kleine
lampen, decoratie-artikelen).
•
De afstand tussen twee objecten (bijv. muur en rek) moet minimaal 40 cm bedragen,
opdat het apparaat er tussendoor kan.
•
Het apparaat kan onder meubelstukken, waar het net nog onder past, vast blijven
steken. Versper de weg, bijv. met bloempotten die zwaar genoeg zijn, zodat deze niet
kunnen worden omgestoten.
Het apparaat starten
1. Zorg ervoor, dat het stofreservoir (1) leeg is, het apparaat vrij is van verontreinigingen
(zie hoofdstuk 'Reinigen, onderhoudswerkzaamheden en opbergen') en dat de accu
is opgeladen.
2. Bevestig evt. een stofdoek aan het opzetstuk (10) wanneer u het apparaat op
harde vloeren wilt gebruiken, of verwijder het opzetstuk voor de stofdoek (zie sectie
'Stofdoek gebruiken'), wanneer u het apparaat op een tapijt wilt gebruiken.
3. Zet de zuigrobot op de vloer.
4. Om de zuigrobot in te schakelen zet u de Aan-/Uitschakelaar (4) in stand I.
5. Om de zuigrobot weer uit te schakelen zet u de Aan-/Uitschakelaar in stand 0.
6. Maak na elk gebruik het stofreservoir leeg en verwijder eventuele verontreinigingen
(zie hoofdstuk 'Reinigen, onderhoudswerkzaamheden en opbergen').
Reinigen, onderhoudswerkzaamheden en opbergen
OPGELET!
■
Bij reinigings- en onderhoudswerkzaamheden mag het apparaat niet op het stroom-
net zijn aangesloten en moet het zijn uitgeschakeld!
■
Alleen het stofreservoir mag worden afgespoeld. Het apparaat mag niet in water
noch in andere vloeistoffen worden gedompeld. Zorg ervoor dat alle onderdelen vol-
ledig droog zijn, voordat u het stofreservoir weer in het apparaat plaatst!
■
Gebruik voor het reinigen geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen. Deze
kunnen het oppervlak beschadigen.
42