Rioolwater-drainage
GX 40, GM 50
dompelpompen
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
1. Pompbenaming
Zie benaming op het typeplaatje of op het
barcode-etiket.
Betekenis van de typering:
GX
40
= roestvrijstalen
draadaansluiting G 1
(DN40)
GM
50
= gietijzeren pomp met draadaansluiting
G2 ISO 228 (DN 50)
GM 50 -65 = gietijzeren pomp met draadaansluiting
(DN 65)
C
= met tweekanaalwaaier (GXC) of
eenkanaalwaaier (GMC)
V
= met vortex waaier
M
= met eenfase motor (zonder M =
met draaistroommotor).
2. Gebruiksdoel
Standaard uitvoering
- Voor schoon en verontreinigd water, ook met
vaste delen. Korrelgrootte 35 mm voor GX40,
45 mm voor GMC .., 50 mm voor GMV ...
Voor medium met veel langvezelige, vaste
bestanddelen adviseren wij de uitvoering met
vortex waaier (type GXV en GMV) te gebruiken.
- Maximale vloeistoftemperatuur 35°C
- Maximaal soortelijk gewicht van de vloeistof:
1100 kg/m
3.
- Minimale afmetingen pompput: 0,55 x 0,55 m,
diepte 0,5 m.
- Minimale onderdompeling:
250 mm voor GX 40;
180 mm voor GM 50.
- Maximale onderdompeling: GX 40 = 5 m;
GM 50 = 10 m (met geschikte kabellengte).
- Maximaal aantal start per uur: 30 met
regelmatige interval.
Geluidsniveau bij minimale onderdompeling:
< 70 dB(A) bij gehele onderdompeling geruisloos.
G X = 2 5 0
De pomp mag nooit in vijvers,
G M = 1 8 0
zwembaden ingezet worden, daar
waar zich personen bevinden.
De
explosiegevaarlijke of ontvlambare
omgeving gebruikt worden.
3. Installatie
De binnendiameter van de persleiding mag nooit
kleiner zijn dan de diameter van de pompaansluiting:
(DN 40) voor GX 40;
G 1
/
1
2
26
pomp
/
1
pomp
mag
nooit
G 2
Tijdens transport moet de pomp getild en
vervoerd worden met behulp van de handgreep.
Gebruik nooit de elektriciteitskabel.
Plaats de pomp op de bodem van de put.
3.1. Stationaire opstelling
met
ISO 228
2
G X = 4 5 0
G M = 5 0 0
Bij stationaire opstelling moet in de persleiding
een terugslagklep ingebouwd worden, om
waterterugloop te verhinderen.
De pomp zodanig in de put monteren zodat bij
demontage de persleiding niet geledigd hoeft te worden
(wanneer nodig een afsluiter en koppeling inbouwen).
Als er bezinksels kunnen worden gevormd op de
bodem van de put, dient de pomp ondersteund te
worden zoals deze hierboven geplaatst is.
3.2. Transportabele opstelling
in
Te allen tijde een veiligheidstouw resp. ketting
aan de pomp te bevestigen.
Wanneer een PVC pijp resp. slang als persleiding
wordt gebruikt, het touw c.q. kabel gebruiken
(DN50) voor GM 50.
(DN 65) voor GM 50-65.
Aan
Uit
G X = 2 5 0
G M = 1 8 0
3 .93 .0 3 7 /3