Geluidsweergave aanpassen en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken (BEAT, SOFT, POP, zie bladzijde 26) aan uw
eigen wensen aan te passen en in het geheugen op te slaan.
4
1
2
3
4
5
6
Herhaal dezelfde procedures als u andere geluidsmodi wilt
aanpassen.
De fabrieksinstellingen herstellen
Herhaal dezelfde procedure en ken de waarden toe die in de tabel op bladzijde 26 staan vermeld.
28
2,5
1
3
Zorg dat de vermelding "MODE" in het onderste
gedeelte van de display oplicht.
De cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
LET OP eraan dat u de onderstaande stappen uitvoert zolang de
vermelding "MODE" op de display wordt weergegeven, anders
wordt de instelling geannuleerd.
Selecteer de geluidsmodus van uw keuze.
Zie bladzijde 26 voor meer informatie.
Selecteer het item dat u wilt aanpassen (BAS, TRE of
BBE
II
).
Pas het geselecteerde item aan uw persoonlijke
wensen aan.
Druk op de SCM-toets en houd deze toets ingedrukt
tot de geluidmodus van uw keuze knipperend op de
display wordt weergegeven.
De wijziging van de geselecteerde geluidsbesturingsmodus wordt nu in
het geheugen opgeslagen.