• Nadat de positie is vastgesteld voer de kabels van de verbindingen, voeding
en veiligheidsapparaten door de opening "D" (afb. 5) in de kolom en maakt
de motor draagbeugel vast met 4 M8 schroeven en stalen Ø14 pluggen (niet
meegeleverd). Zorg er voor dat de stalen basis perfect vierkant is.
• Bevestig de tandwiel motor op de gegalvaniseerde stalen basis "D" door gebruik
te maken van de schroeven "G" met zelfsluitende schroeven.
• Monteer de knik operator arm volgens de aanwijzingen in figuur 6.
• Maak de motor vrij (afb. 7)
• Na beëindiging van de installatie en elektrische verbindingen plaats dan de
carter (afb. 5b) met de zelfsluitende schroeven en stalen ringen "N" en zorg
er voor dat de twee lagere krammen op de plastic basis de deksel sluiten.
• Het verdient aanbeveling gebruik te maken van een elektrisch slot (zie standaard
installatie afb. 1).
HANDMATIG ONTGRENDELING (afb. 7)
Vrijgave van het hek kan alleen worden uitgevoerd wanneer de motor gestopt is
door stroom uitval.
Maak gebruik van de bijgeleverde inbus sleutel om het hek te vrijgeven. Draai de
sleutel tegen de klok in, zie details "1" en "2" .
Om te ontgrendelen:
Open het toegangsdeurtje en draai de hefboom zoals aangegeven in detail "3"
totdat het de vrijgave positie bereikt.
Dit maakt de motor en hek vrij, waarna het hek door een lichte druk geopend
kan worden.
De hefboom kan worden verwijderd en in zijn behuizing geplaatst worden. Dit
zorgt er voor dat de motor in zijn vrij-stand blijft zo lang dat nodig is, zie detail "4".
Om weer te vergrendelen:
Voer het bovenstaande uit doch in omgekeerde volgorde.
Het optionele vrijgave koord plaatsen (afb. 8)
a) Plaats het vrije einde van het koord in het gat van de vrijgave sleutel, punt 1
afb. 8.
b) Vervolg de montage van het koord zoals aangegeven in tekening 8, 8a en 8b.
De mechanische looplimiet instellen (afb. 6)
• Zet de motor vrij.
• Verplaats de poort naar de open positie, plaats de mechanische stop in de
rechte arm en zet hem vast met de bijgeleverde schroeven en ringen, zie afb. 6
detail "4" en "5".
• U kunt ook een mechanische stop in de sluiting positie installeren door de vorige
omschreven instructies te volgen en naar detail "6" te kijken.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Belangrijke opmerkingen
• Nadat het apparaat geïnstalleerd is en voordat de besturingsunit
ingeschakeld wordt, moet gecontroleerd worden of de poort tijdens
het handmatig bewegen (met ontgrendelde motor) vloeiend beweegt en
er op geen enkel punt bijzondere weerstand ondervonden wordt.
• De aanwezigheid van de stroomsensor neemt niet weg dat het verplicht
is om fotocellen of andere veiligheidsvoorzieningen te installeren zoals
bepaald door de geldende veiligheidsvoorschriften.
• Zorg er vóór totstandbrenging van de elektrische aansluiting voor
dat de spanning en de frequentie, zoals vermeld op het typeplaatje,
overeenstemmen met die van de netvoeding. .
• De voedingskabel moet van rubber zijn en van het type 60245 IEC 57
(bijv. 3 x 1,5 mm
2
H05RN-F).
• De voedingskabel mag alleen door een gekwalificeerde vakman vervangen
worden.
• Tussen de besturing en de netvoeding moet een meerpolige schakelaar,
met een openingsafstand tussen de contacten van minstens 3 mm,
geïnstalleerd worden.
• Gebruik geen kabels met aluminium geleiders; soldeer de uiteinden
van de kabels die in het klemmenbord moeten worden ingevoerd niet;
gebruik kabels die met T min 85°C gemarkeerd zijn en die bestand zijn
tegen weersinvloeden.
• De geleiders moeten op passende wijze in de buurt van het klemmenbord
bevestigd worden zodat zowel de draad als het isolerende omhulsel
stevig zijn bevestigd.
HOOFDVOEDINGSAANSLUITING 230 Vac BESTURINGSUNIT
Sluit de draden die van de besturingsunit en van de veiligheidsvoorzieningen
afkomstig zijn aan.
• Leid de hoofdstroomvoorziening naar de besturingsunit
en sluit deze daarna aan op de reeds met de
primaire zijde van de transformator verbonden 2-weg
aansluitplaat.
VOORBEREIDEN VAN MOTORAANSLUITKABELS (afb. 9)
• De set bevat een 10 m lange 6-polige kabel die op basis van de
installatietechnische eisen ingekort kan worden.
• Verbind de aders van motor "M2" en encoder "2" met de aansluitklemmen van
de Slave motor (tweede motor);
• Respecteer nauwgezet de volgorde van de motor verbindingen en de
programmer. De volgorde van de aansluitingen 1 tot 6 zijn bij beide gelijk;
• Voer het einde van de kabel naar het klemmenbord op de master motor en
verbindt het met het klemmenbord en zet ze vast met kabelklem "PC".
Opgelet: indien u een langere kabel voor specifiekere installaties nodig heeft
dient er rekening gehouden te worden, ter voorkoming van stroom afname, een
maximum van 20 meter het maximum is.
Motor 1
Stroomvoorziening motor 1
1-2
3-4-5-6 Ingangen voor signalen encoder 1
Motor 2
1-2
Stroomvoorziening motor 2
3-4-5-6 Ingangen voor signalen encoder 2
Elektronische besturingsunit
Aanwijzingen voor het programmeren van de elektronische besturingsunit en
de werking op batterijen, vindt u in de handleiding MULTI-ECU SOFTWARE
ZVL608 die bij de aandrijving verstrekt wordt.
ONDERHOUD
Om aanspraak te kunnen maken op de garantie van 24 maanden of 50.000
bewegingen, dient u het onderstaande aandachtig door te lezen.
Opgelet! Alvorens reinigings- of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren,
moet u controleren of de spanning bij de netaansluiting verbroken is en of de
motorvoedingskabels en de batterijen losgekoppeld zijn.
Eventuele reparatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door
gespecialiseerde vakmensen waarbij originele en gecertificeerde reserveonderdelen
gebruikt moeten worden.
De motor vereist normaal gesproken geen bijzonder onderhoud; in elk geval is de
garantie van 24 maanden of 50.000 bewegingen alleen geldig als de volgende
controles en eventuele onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd aan de machine,
in dit geval 'draaipoortaandrijving':
- de mate van slijtage van de pennen regelmatig controleren en de bewegende
delen eventueel smeren met smeermiddelen die ervoor zorgen dat de
wrijvingseigenschappen ook na verloop van tijd gelijk blijven en die geschikt
zijn voor een werking binnen een temperatuurbereik van -20 tot +70°C;
- regelmatig de goede werking van de veiligheidsvoorzieningen (fotocellen,
veiligheidscontactlijsten etc.) controleren;
- de laadtoestand van de batterijen controleren.
Deze controles moeten worden opgeschreven omdat ze van essentieel belang
zijn voor het bevestigen van het recht op garantie.
18
N
L