10. Leid de bovenste gordel (s) recht over de autostoel en veranker deze met
behulp van de karabijnhaak aan het ankerpunt van uw voertuig.
Indien nodig kan de riem van de bovenste gordel worden verlengd door op
de instelknop van de bovenste gordel te drukken.
NL
11. Draai de bovenste gordel (s) vast totdat de veiligheidsindicator voor de
bovenste gordel (x) groen wordt.
Leid de bovenste gordel onder de autohoofdsteun. Leid de bovenste gordel
nooit over de autohoofdsteun.
12. De stoel kan in een zittende of liggende positie worden gebracht door op de positie
instelknop (w) te drukken en de stoel naar voren te bewegen of terug te duwen.
HET KINDERZITJE UIT DE AUTO HALEN
Voer de installatiestappen in de omgekeerde volgorde uit.
1. Maak de bovenste gordel (s) los.
2. Ontgrendel de ISOFIX vergrendelarmen (n) aan beide zijden door de
ontgrendelknoppen te duwen (p) en ze tegelijkertijd terug te trekken.
3. Trek kinderzitje los van de ISOFIX-fixatiepunten (o).
4. Verwijder het kinderzitje en duw de ISOFIXvergrendelarmen (n) volledig
terug in de transportpositie.
5. Bevestig de bovenste gordel (s) aan de parkeerpositie (t).
DE HOOFDSTEUN VERSTELLEN
De verstelbare hoofdsteun (b) kan worden afgesteld door de hoogteregelaar
van de hoofdsteun (d) aan de achterkant van de hoofdsteun (b) te gebruiken.
Verstel de hoofdsteun zodanig dat de ruimte tussen de schouder van het kind
en de hoofdsteun maximaal 2 cm (ongeveer 2 vingers dik) is.
De hoogte van de hoofdsteun kan nog worden aangepast als het kinderzitje
in de auto is geïnstalleerd.
20
CORRECTE INSTALLATIEMODUS
76 cm – 105 cm,
max. 21 kg
Installatiemodus met
veiligheidskussen
Installation
SHET KIND BEVEILIGEN MET VEILIGHEIDSKUSSEN:
76 CM – 105 CM (MAX. 21 KG)
1. Draai de riem van het veiligheidskussen (l) los door op de ontgrendelknop (j)
van de riemversteller (k) te drukken.
2. Open de gesp van het veiligheidskussen (h) op het veiligheidskussen (g) en
leg het veiligheidskussen op zijn kant.
3. Plaats uw kind nu in de stoel.
Zorg dat de hoofdsteun correct is versteld.
4. Plaats het veiligheidskussen (g) terug en steek de tong van het
veiligheidskussen (i) in de gesp van het veiligheidskussen (h), totdat deze
zich verbindt met een hoorbare "KLIK".
5. Trek nu aan de riem (l) van het veiligheidskussen om het te verstellen en uw
kind correct vast te zetten. Beweeg het veiligheidskussen een beetje naar
links en rechts om een optimale pasvorm en positie te bereiken.
6. Het veiligheidskussen (g) moet zo worden versteld dat het strak tegen het
lichaam en bekken van het kind aanzit.
Het vastdraaien van de afstelriem moet telkens wanneer u de gordels
omdoet herhaald worden.
7. Controleer of de vergrendeltongen (i) goed verbonden zijn door aan het
veiligheidskussen (g) te trekken.
100 cm – 150 cm
zonder veiligheidskussen