TECHNISCHE SPECIFICATIES
Typenummer
7212
Nominale spanning AC
220–240VAC, 50–60Hz
WET/GEL
Oplaadspanning
Supply
Min. accuspanning
2,0V
Laadstroom
10A max.
Netspanning
1,0A rms (bij volle laadstroom)
<1Ah/maand
Drainlekstroom*
Spanningsrimpel**
<4%
Omgevingstemperatuur -20°C tot +50°C, de uitvoer wordt bij hoge
temperaturen automatisch gereduceerd
Ladertype
Achtstaps, volautomatische laadcyclus
Soorten accu's
Alle soorten 12V loodaccu's (NAT, MF, Ca/Ca, AGM en GEL)
20 tot 200Ah, tot 300Ah voor onderhoudslading
Accuvermogen
Afmetingen
230 x 95 x 50 mm (L x B x H)
Isolatieklasse
IP65
Gewicht
0,75kg
*) Drainlekstroom is de stroom die uit de accu "lekt" wanneer de oplader niet op de
voeding is aangesloten. De acculader hebben een zeer lage drainlekstroom.
**) De kwaliteit van de laadspanning en de laadstroom is van groot belang. Een hoge
spanningsrimpel verhit de accu en heeft een verouderend effect op de positieve elektrode.
Een hoge spanningsrimpel kan schadelijk zijn voor andere op de accu aangesloten appa-
raten. De acculader produceren een spanning van zeer hoge kwaliteit en een lage rimpel.
18 • NL
AGM
Optima
14,4V,
14,7V,
15,8V,
13.6V
VEILIGHEID
• De acculader is alleen bedoeld voor het opladen van accu's volgens de technische
specificaties. Gebruik de acculader nooit voor andere doeleinden. Volg altijd de aan-
bevelingen van de fabrikant van de accu.
• Probeer nooit een niet-oplaadbare batterij of accu op te laden.
• Controleer vóór gebruik dekabels van de lader. Let erop dat de kabels of de isolatie
ervan geen scheurtjes vertonen. Een lader met beschadigde kabels mag niet worden
gebruikt. Laat beschadigde kabels vervangen door de leverancier.
• Laad nooit een beschadigde accu op.
• Laad nooit een bevroren accu op.
• Plaats de lader tijdens het laden nooit op de accu.
• Zorg altijd voor voldoende ventilatie tijdens het opladen.
• Bedek de lader niet.
• Een accu die wordt geladen kan explosieve gassen afgeven. Voorkom vonken in de
nabijheid van de accu. Wanneer accu's aan het einde van de levenscyclus komen, kun-
nen interne vonken voorkomen.
• Vroeg of laat houdt elke accu ermee op. Storingen tijdens het opladen worden meestal
verholpen door het geavanceerde oplaadsysteem, maar sommige zelden voorkomende
storingen in de accu zijn desondanks mogelijk. Laat daarom een accu tijdens het laden
niet gedurende langere tijd ongecontroleerd achter.
• Let erop dat de kabels niet in de war raken of in contact komen met hete oppervlakken
of scherpe kanten.
• Accuzuur is een bijtende stof. Spoel direct grondig met water wanneer het zuur in
contact komt met huid of ogen en raadpleeg onmiddellijk een arts.
• Controleer altijd of de lader is ingesteld op STAP 7, voordat u deze gedurende langere
tijd zonder toezicht aangesloten achterlaat. Als de lader niet binnen 55 uur overgescha-
kelt op STAP 7, duidt dat op een storing. Koppel dan de lader handmatig los.
• Accu's gebruiken water wanneer ze worden gebruikt en opgeladen. Bij accu's waar
water kan worden bijgevuld, moet het vloeistofniveau regelmatig worden gecontroleerd.
Vul gedestilleerd water bij als het niveau te laag is.
• Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik door kinderen of personen die de handleiding
niet kunnen lezen of begrijpen, tenzij dit gebeurt onder toezicht van een persoon die
ervoor kan zorgen dat de acculader veilig wordt gebruikt. Bewaar en gebruik de
acculader buiten het bereik van kinderen en zorg ervoor dat kinderen niet met de lader
kunnen spelen.
• De aansluiting op het elektriciteitsnet moet voldoen aan de nationaal geldende voor-
schriften voor elektrische installaties.