10.2. Radiofuncties
Frequentieband kiezen
Druk op de toets BND om te wisselen tussen FM (FM1, FM2, FM3) en midden-
golf (MW1, MW2).
Voor elk van de vijf banden kunnen zes zenders worden opgeslagen.
LET OP!
De drie FM-banden FM1, FM2 en FM3 dekken allemaal hetzelfde fre-
quentiebereik (87,5 tot 190 MHz) en maken het op die manier mogelijk
om tot 18 zenders in de FM-band op te slaan.
Zenders zoeken
Druk een van de toetsen of in om automatisch naar zenders te zoeken.
Houd één van de toetsen of twee seconden lang ingedrukt om automa-
tisch zoeken van zenders in te schakelen. Op het display verschijnt de aandui-
ding MANUAL.
Als u kort op één van de toetsen of drukt, kunt u de zenderfrequentie
handmatig omhoog of omlaag wijzigen.
Wanneer er 5 seconden lang niet op een toets wordt gedrukt, wordt automa-
tisch zoeken weer ingeschakeld en verschijnt AUTO op het display.
Zenders met alternatieve frequenties (AF) zoeken
Zenders die een AF-signaal uitzenden, zenden alternatieve frequenties uit die even-
eens het ingestelde programma uitzenden. Hierdoor kunt u over grotere afstanden
hetzelfde radioprogramma ontvangen. (Nadere informatie over deze service vindt u
in het hoofdstuk "Radio Data System" op pagina 70.)
Selecteer met BND het bandbereik waarin u de zender zoekt of evt. wilt op-
slaan.
Druk op de toets SCAN (INT/2 (afstandsbediening) om het FM-bereik te door-
zoeken naar zenders die een AF-signaal uitzenden.
De automatische zoekfunctie stopt 5 seconden lang bij elke gevonden zender
en gaat dan verder.
Wanneer u de zender wilt beluisteren en opslaan, drukt u op de toets SCAN om
het zoeken te stoppen.
Zenders handmatig opslaan
Nadat de zenderzoekfunctie een zender heeft gevonden drukt u ongeveer drie
seconden lang op een van de zendertoetsen 1 t/m 6.
Een geluidssignaal geeft aan dat de zender is opgeslagen. Op elk bandbereik
(FM1, FM2, FM3, MW1 en MW2) kunt u 6 zenders opslaan.
Het apparaat schakelt na een paar seconden weer over naar de normale zender-
weergave.
FR
NL
DK
69 van 126